Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 november 2018
In antwoord op uw brief met datum 19 oktober 2018 informeer ik uw Kamer over de visie
van het kabinet op het besluit van Rusland uit 2016 om niet langer zijn contributie
voor de Raad van Europa te betalen.
Dit Russische besluit volgde op twee resoluties van de Parlementaire Assemblee van
de Raad van Europa uit 2014 en 2015 waarmee de Russische delegatie in de Parlementaire
Assemblee gedurende die jaren een aantal rechten werden ontnomen, waaronder het stemrecht.
Aanleiding hiervoor was de illegale annexatie van de Krim door Rusland. Vanaf 2016
tot heden vaardigde Rusland op eigen initiatief geen parlementaire delegatie meer
af en besloot voorts zijn jaarlijkse bijdrage aan de Raad van Europa (33 miljoen euro)
stop te zetten. Moskou heeft herhaaldelijk gezegd pas weer te gaan betalen als Russische
parlementariërs weer volledig mee kunnen doen in de Parlementaire Assemblee.
Volgens de regels van de Raad van Europa kan het lidmaatschap van een lidstaat die
gedurende twee jaar zijn financiële verplichtingen niet nakomt worden opgeschort.
In reactie op een opschortingsbesluit zou Rusland kunnen besluiten zijn lidmaatschap
van de Raad van Europa op te zeggen.
Het kabinet is van mening dat het Russisch lidmaatschap van de Raad van Europa van
groot belang is. Het draagt niet alleen bij aan de verankering van normen en waarden
in Rusland ten aanzien van mensenrechten, maar de Raad van Europa is ook een belangrijk
forum voor de dialoog met Rusland over mensenrechten, rechtsstaat en democratie. Niet
in de laatste plaats is lidmaatschap voor Russische burgers van belang, immers, het
geeft hen toegang tot het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en andere instrumenten
van de Raad van Europa.
De ontstane situatie in de Raad van Europa baart het kabinet dan ook zorgen. Als één
van de oprichters van de Raad van Europa, en als land dat hecht aan en belang heeft
bij een sterk multilateraal systeem, heeft Nederland een bijzondere verantwoordelijkheid
voor deze organisatie die in 2019 zeventig jaar zal bestaan.
Het besluit de Russische delegatie een aantal rechten, waaronder het stemrecht, te
ontnemen, is genomen door de Parlementaire Assemblee en zij vervult derhalve een sleutelrol
bij het zoeken naar een oplossing voor de impasse. Het kabinet is bereid te bezien
of Nederland, samen met gelijkgezinden, het voorzitterschap van de Raad van Europa
kan ondersteunen bij het vinden van een oplossing. Voor het kabinet staat in ieder
geval vast dat Rusland zijn contributiebetaling moet hervatten en dat, bij eventuele
bezuinigingen als gevolg van de wanbetaling, het Europees Hof voor de Rechten van
de Mens zo veel mogelijk moet worden ontzien.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok