29 739 (R 1767)
Wijziging van de rijkswet houdende wijziging van de Rijksoctrooiwet, de Rijksoctrooiwet 1995 en de Zaaizaad- en Plantgoedwet ten behoeve van de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen

A
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

14 oktober 2004

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is ter uitvoering van richtlijn nr. 98/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 6 juli 1998 betreffende de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen (PbEG L 213) de rijkswet houdende wijziging van de Rijksoctrooiwet, de Rijksoctrooiwet 1995 en de Zaaizaad- en Plantgoedwet ten behoeve van de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Indien het bij koninklijke boodschap van 28 mei 1999 ingediende voorstel van rijkswet houdende wijziging van de Rijksoctrooiwet, de Rijksoctrooiwet 1995 en de Zaaizaad- en Plantgoedwet ten behoeve van de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen (Kamerstukken 26 568 (R 1638) tot wet wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel B, wordt artikel 5, tweede lid, als volgt gewijzigd:

1. De komma aan het slot van onderdeel d wordt vervangen door: en.

2. Onderdeel e komt te vervallen.

3. Onderdeel f wordt geletterd: e.

B

In artikel II, onderdeel C, wordt artikel 3, tweede lid, als volgt gewijzigd:

1. De komma aan het slot van onderdeel d wordt vervangen door: en.

2. Onderdeel e komt te vervallen.

3. Onderdeel f wordt geletterd: e.

C

Artikel IV wordt vervangen door:

De artikelen van deze rijkswet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL II

Indien het bij koninklijke boodschap van 28 mei 1999 ingediende voorstel van rijkswet houdende wijziging van de Rijksoctrooiwet, de Rijksoctrooiwet 1995 en de Zaaizaad- en Plantgoedwet ten behoeve van de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen (Kamerstukken 26 568 (R 1638), nadat het tot wet is verheven, in werking treedt, treedt deze wet op hetzelfde tijdstip in werking.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Naar boven