A
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is ter uitvoering
van richtlijn nr. 98/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese
Unie van 6 juli 1998 betreffende de rechtsbescherming van biotechnologische
uitvindingen (PbEG L 213) de rijkswet houdende wijziging van de Rijksoctrooiwet,
de Rijksoctrooiwet 1995 en de Zaaizaad- en Plantgoedwet ten behoeve van de
rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met
gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het
Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk
Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Indien het bij koninklijke boodschap van 28 mei 1999 ingediende voorstel
van rijkswet houdende wijziging van de Rijksoctrooiwet, de Rijksoctrooiwet
1995 en de Zaaizaad- en Plantgoedwet ten behoeve van de rechtsbescherming
van biotechnologische uitvindingen (Kamerstukken 26 568 (R 1638)
tot wet wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:
A
In artikel I, onderdeel B, wordt artikel 5, tweede lid, als volgt gewijzigd:
1. De komma aan het slot van onderdeel d wordt vervangen door: en.
2. Onderdeel e komt te vervallen.
3. Onderdeel f wordt geletterd: e.
B
In artikel II, onderdeel C, wordt artikel 3, tweede lid, als volgt gewijzigd:
1. De komma aan het slot van onderdeel d wordt vervangen door: en.
2. Onderdeel e komt te vervallen.
3. Onderdeel f wordt geletterd: e.
C
Artikel IV wordt vervangen door:
De artikelen van deze rijkswet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen
daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
ARTIKEL II
Indien het bij koninklijke boodschap van 28 mei 1999 ingediende voorstel
van rijkswet houdende wijziging van de Rijksoctrooiwet, de Rijksoctrooiwet
1995 en de Zaaizaad- en Plantgoedwet ten behoeve van de rechtsbescherming
van biotechnologische uitvindingen (Kamerstukken 26 568 (R 1638),
nadat het tot wet is verheven, in werking treedt, treedt deze wet op hetzelfde
tijdstip in werking.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van
de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Economische Zaken,