29 422
Wijziging van de Wet inzake de luchtverontreiniging (uitvoering EG-richtlijn nationale emissieplafonds)

A
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR MILIEU1

Vastgesteld 30 november 2004

Het voorbereidend onderzoek gaf de commissie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

De leden van de fractie van de PvdA hebben kennis genomen van het voorstel tot wijziging van de Wet inzake de luchtverontreiniging. Deze leden hebben enkele vragen omtrent de implementatie en de uitvoerbaarheid van dit voorstel.

Deze leden hebben vernomen dat de implementatie van de Europese Richtlijn Nationale Emissieplafonds twee jaar op zich heeft laten wachten en dat Nederland daarmee ernstige vertraging heeft opgelopen. Kan de regering aangeven wat de oorzaken hiervoor zijn? Voorts zouden deze leden graag vernemen wat de consequenties van deze vertraging zijn. Klopt het dat het Besluit Luchtkwaliteit op dit moment al regelmatig leidt tot een groot aantal vernietigingen of schorsingen van plannen voor ruimtelijke ontwikkelingen door de Raad van State? Klopt het dat de oorzaak hiervoor is gelegen in overschrijdingen van grenswaarden voor met name fijnstof in grote delen van Nederland? Welke gevolgen heeft de invoering van de wijziging van de Wet op de Luchtverontreiniging voor voorgenomen plannen rond de bouw van woningen en bedrijventerreinen en de aanleg van verkeerswegen? Voor welke voorgenomen ruimtelijke inrichtingsplannen kan deze wetswijziging tot uitstel of afstel leiden? Op welke wijze zal de regering in dit kader omgaan met eventuele vertragingen en daarmee samenhangende kosten? Op welke wijze en met welk tempo kan de wijziging van de Wet inzake de Luchtverontreiniging worden geïmplementeerd? Tevens vragen de leden van de fractie van de PvdA aan de regering of de vertraagde implementatie van de Richtlijn Nationale Emissieplafonds betekent dat een aantal bouwprojecten rond woningen en bedrijventerreinen in de afgelopen twee jaar niet zouden hebben plaatsgevonden wanneer de Richtlijn eerder van toepassing zou zijn verklaard.

Op 15 oktober jl. bleek uit gegevens van de Europese milieusatelliet Sciamachy dat de Randstad tot een van de meest door stikstofdioxide vervuilde gebieden ter wereld behoort. Uit de opnames kwam naar voren dat het slecht is gesteld met de luchtkwaliteit boven Nederland, hetgeen nogal schadelijke gevolgen voor de volksgezondheid met zich brengt. De leden van de fractie van de PvdA maken zich in dit kader zorgen omtrent de gevolgen voor de volksgezondheid bij reeds in ontwikkeling zijnde bouwplannen. Kan de regering ons een volledig overzicht verschaffen van de ruimtelijke plannen in gebieden welke vermoedelijk niet aan de voorliggende Richtlijn zullen voldoen? Is de regering het met de leden van de fractie van de PvdA eens dat voorafgaand aan het bouwen van woningen en bedrijven duidelijk gemaakt moet worden in welke gebieden de luchtverontreiniging van dien aard is dat deze bouw beter niet kan plaatsvinden? Deze leden vragen tevens om een overzicht van de gebieden in Nederland die – op voorhand – wel en niet voldoen aan de eisen die worden gesteld in de gewijzigde Wet inzake de luchtverontreiniging.

Tenslotte nog enkele vragen omtrent de uitvoering van de Wet. Kan de regering aangeven op welke wijze deze wetswijziging nadere uitwerking in AmvB's zal krijgen? Hoe en wanneer zullen bijvoorbeeld op basis van artikel 59 van de Wet nadere regels worden gesteld met betrekking tot de verplichting tot het berekenen van de mate en vorm van luchtverontreiniging, de berekeningswijze en de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het laten uitvoeren van de berekeningen?

Kan de regering toezeggen ook de Eerste Kamer tussentijds te informeren omtrent de frequentie waarmee en mate waarin wordt afgeweken van emissieplafonds bij de uitvoering van bijvoorbeeld bouwplannen en de aanleg van verkeerswegen?

De leden van de PvdA-fractie zien de antwoorden van de regering met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de commissie,

Meindertsma

De griffier van de commissie,

Van Dooren


XNoot
1

Samenstelling: Ketting (VVD) (plv.voorzitter), Meindertsma (PvdA) (voorzitter), Lemstra (CDA), Bierman-Beukema (VVD), Van der Lans (GL), Van Middelkoop (CU), Hessing (LPF), Ten Hoeve (OSF), Nap-Borger (CDA), Slagter-Roukema (SP), V. Dalen-Schiphorst (CDA), Schouw (D66), Putters (PvdA).

Naar boven