A
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Leegstandwet
zodanig te wijzigen dat de duur van de vergunning voor verhuur van woonruimte
in leegstaande woningen en gebouwen wordt verlengd;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
In artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet worden de tweede en derde
volzin vervangen door twee volzinnen, luidende: Op verzoek van de eigenaar
kunnen burgemeester en wethouders deze duur telkens met ten hoogste een jaar
verlengen, met dien verstande dat de gehele duur van de vergunning ten hoogste
vijf jaren kan bedragen. Op een verzoek om verlenging van de vergunning is
het tweede lid van overeenkomstige toepassing.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
De Minister van Justitie,