29 412
Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met wijziging omzetmoment eerste 12 maanden prestatiebeurs en gedeeltelijke afschaffing 1 februari-regel

B
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR WETENSCHAPSBELEID EN HOGER ONDERWIJS1

Vastgesteld 15 juni 2004

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel heeft de leden van de vaste commissie aanleiding gegeven tot het stellen van de navolgende vragen en het maken van de navolgende opmerkingen.

De leden van de fracties van de PvdA, SP en GroenLinks vroegen de regering of zij de opvatting van deelt van deze leden dat de Wijziging van de Wet Studiefinanciering 2000 samenhang moet vertonen met de grotere stelselveranderingen die aanstaande zijn. Zo ja, hoe verhoudt deze wetswijziging zich tot de plannen van de regering met het stelsel van studiefinanciering? Zo nee, wat is dan de urgentie van deze wetswijziging en hoe voorkomt de regering dat belemmeringen worden opgeworpen voor meer ingrijpende veranderingen in het studiefinancieringsstelsel (aangezien de effecten jarenlang zullen doorwerken)?

Voor de leden van bovengenoemde fracties is het daarnaast van belang dat wijzigingen in het systeem van studiefinanciering een bijdrage leveren aan het vergroten van het aantal afgestudeerden, het verminderen van het aantal drop-outs, het aanboren van verborgen talent en het waarborgen van de brede toegankelijkheid van het hoger onderwijs. Volgens deze leden zijn dit belangrijke voorwaarden voor de versterking van het innovatief vermogen van de Nederlandse kennissamenleving. Op welke wijze draagt deze wetswijziging volgens de regering bij aan de realisatie van elk van deze voorwaarden? In dat licht hadden deze leden ook kennisgenomen van de verwachting van de regering dat deze wetswijziging ertoe leidt dat studenten gemotiveerder en doelgerichter zullen kiezen voor een studie en – indien nodig – sneller zullen overstappen naar een beter passende studie. Waarop baseert de regering deze verwachting? Hoe groot is de kans dat deze wetswijziging juist een belemmering opwerpt voor studenten om te kiezen voor het volgen van een studie?

De voorzitter van de commissie,

Maas-de Brouwer

De griffier van de commissie,

Janssen


XNoot
1

Samenstelling: Schuurman (CU), Schuyer (D66), Dees (VVD), Woldring (CDA), Dupuis (VVD) (plv. voorzitter), Walsma (CDA), Maas-de Brouwer (PvdA) (voorzitter), Essers (CDA), De Rijk (GL), Van Raak (SP, Putters (PvdA).

Naar boven