28 818
Wijziging van de Meststoffenwet en van de Wet herstructurering varkenshouderij in verband met het schrappen van de tweede generieke korting en het aanbrengen van enkele praktische verbeteringen

A
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT1

Vastgesteld 7 oktober 2003

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel heeft de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aanleiding gegeven tot het stellen van de navolgende vragen en het maken van de navolgende opmerkingen.

De leden van de vaste commissie juichten de positieve ontwikkelingen ten aanzien van het mestoverschot toe. Zij zagen met voldoening dat de omvang van het mestoverschot gedurende de laatste jaren is verminderd. Dat is waarschijnlijk niet het gevolg van succesvol beleid gericht op vermindering van het mineralenoverschot, maar meer het gevolg van de varkenspest en andere rampen die de intensieve veehouderij hebben getroffen.

De balans die nu op het gebied van de mineralen lijkt te ontstaan is zeker gewenst, doch niet zeker vanwege de gebleken ineffectiviteit van de vele instrumenten die voor het mineralen(mest)beleid zijn ingezet. Kan de minister aangeven in welke mate hij externe factoren en in welke mate hij de beleidsinstrumenten verantwoordelijk acht voor de teruggang van het mestoverschot?

Het verminderen van de administratieve lastendruk en het verkleinen van het aantal instrumenten onder de tegelijkertijd versterkte werking van het overgebleven instrument is door de vaste commissie bij herhaling bepleit. Bij de aanvaarding van de ammoniakwet en de reconstructiewet en tijdens verschillende begrotingsbesprekingen is die koers bepleit. Bewindslieden hebben daarover toezeggingen gedaan. Is de minister zich bewust van die voornemens van zijn ambtsvoorgangers?

De door de regering nu voorgestelde afzwakking van één instrument kan tot gevolg hebben dat andere instrumenten t.z.t. weer moeten worden aangescherpt. Is de minister bereid om duidelijk te maken welke van de vier instrumenten die nu voor het mestbeleid worden ingezet, voor 2005 worden afgeschaft? Het Europese Hof van Justitie heeft uitspraak gedaan ten aanzien van de Nitraatrichtlijn. Hoe gaat de minister hiermee om? Wat zullen de gevolgen zijn ten aanzien van het Meststoffenbeleid? De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wil de gelegenheid van de aanpassing van deze Meststoffenwet tenslotte benutten om de toegezegde evaluatie van de instrumenten en het opschonen daarvan te bewerkstelligen. De uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid zijn daarmee gediend. Kan de minister die opvatting bevestigen en dienovereenkomstig handelen?

* Het eerder verschenen stuk inzake dit wetsvoorstel is gedrukt onder EK nr. 270, vergaderjaar 2002–2003.

De voorzitter van de commissie,

Walsma

De griffier van de commissie,

Nieuwenhuizen


XNoot
1

Samenstelling: Holdijk (SGP) Van Heukelum (VVD), Rabbinge (PvdA), (plv. voorzitter), Van der Linden (CDA), Walsma (CDA), (voorzitter), Pormes (GL), Terpstra (CDA), Van den Oosten (VVD), Ten Hoeve (OSF), Slagter-Roukema (SP), Eigeman (PvdA) en Schouw (D66).

Naar boven