28 745
Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met verbeteringen van uiteenlopende, voornamelijk uitvoeringstechnische aard (technische herziening WEB)

B1
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS2

Vastgesteld 9 maart 2004

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

De leden van de commissie hadden met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij waardeerden de bedoeling van het wetsvoorstel om de wet te verbeteren op basis van ervaringen die in de praktijk met de uitvoering van de wet zijn opgedaan. Blijkens de memorie van toelichting is aan instellingen, kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven en andere direct betrokkenen gevraagd aan te geven waar zij met de regelgeving uitvoeringstechnische problemen ondervinden. De leden van de commissie bereiken regelmatig signalen dat veel gemeenten graag ruimere mogelijkheden zouden hebben om zelf de afweging te maken waar zij hun educatie inkopen. Deze leden vroegen de regering uiteen te zetten hoe zij tegen de «gedwongen winkelnering» aankijkt en nader te onderbouwen waarom ervan af is gezien dit onderdeel in het wetsvoorstel mee te nemen.

Vertrouwende, dat deze vragen tijdig zullen worden beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over het onderhavige wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Klink

De griffier van de commissie,

Janssen


XNoot
1

Het eindverslag komt hiermee te vervallen.

XNoot
2

Samenstelling: Schuurman (CU), Schuyer (D66), Dupuis (VVD), Woldring (CDA), Linthorst (PvdA) (plv. voorzitter), Broekers-Knol (VVD), Witteman (PvdA), Koekkoek (CDA), Ten Hoeve (OSF), Klink (CDA) (voorzitter), De Rijk (GL) en Van Raak (SP).

Naar boven