28 627
Wijziging van de Tijdelijke wet noodcapaciteit drugskoeriers

A1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 maart 2004

Op 4 maart 2003 werd in uw Kamer het wetsvoorstel tot wijziging van de Tijdelijke wet noodcapaciteit drugskoeriers (28 627) mondeling behandeld. Tijdens deze behandeling heb ik – naar aanleiding van een vraag van de heer Van de Beeten – toegezegd u één jaar voor de expiratie van de Tijdelijke wet te informeren over het wetsgevingstraject dat erin voorziet dat verdere verlenging van genoemde wet niet nodig is (Handelingen I 2002/03, blz. 19–608). Bij deze voldoe ik aan deze toezegging.

Op een tweetal punten wijkt de Tijdelijke wet noodcapaciteit drugskoeriers wezenlijk af van de Penitentiaire beginselenwet en de Penitentiaire maatregel, nl. de mogelijkheden voor meerpersoonscelgebruik en de regimes. Op beide punten is c.q. wordt de regelgeving aangepast.

Bij besluit van 28 augustus 2003 (Stb. 349) is artikel 3 van de Penitentiaire maatregel aangepast. In deze bepaling zijn de regimes neergelegd die in de penitentiaire inrichtingen gevoerd kunnen worden. Het aantal regimes alsmede het verplichte aantal uren activiteiten en dagprogramma is neerwaarts bijgesteld. Met deze wijziging wordt de benodigde flexibiliteit verkregen om de regimes zoals die worden toegepast in de voorzieningen voor drugskoeriers onder de reguliere regelgeving te brengen. Het besluit is op 15 september 2003 in werking getreden (Stb. 359).

De benodigde verruiming voor het toepassen van meerpersoonscelgebruik is vervat in het wetsvoorstel tot wijziging van de Penitentiaire beginselenwet in verband met meerpersoonscelgebruik (wetsvoorstel 28 979). Dit wetsvoorstel is eind 2003 bij uw Kamer ingediend. De Vaste Commissie voor Justitie heeft op 24 februari 2004 het voorlopig verslag vastgesteld. Ik verwacht de memorie van antwoord medio maart te kunnen uitbrengen. Afhankelijk van het tijdstip waarop het wetsvoorstel door uw Kamer wordt aanvaard, zou het wellicht nog deze zomer, in ieder geval ruim voor de vervaldatum van de Tijdelijke wet, zijnde 8 maart 2005, in werking kunnen treden.

Met de inwerkingtreding van de wijziging van de Penitentiaire beginselenwet in verband met het meerpersoonscelgebruik en die van de Penitentiaire maatregel in verband met de regimes kunnen de voorzieningen voor drugskoeriers onder de reguliere regelgeving ten aanzien van de penitentiaire inrichtingen functioneren en is afzonderlijke wetgeving overbodig. Ik heb dan ook geen voornemens stappen te zetten gericht op verlenging van de Tijdelijke wet noodcapaciteit drugskoeriers.

Ik vertrouw u hiermee op dit moment voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

De eerder verschenen stukken inzake dit wetsvoorstel zijn gedrukt onder EK nrs. 134 t/m 134c, vergaderjaar 2002–2003.

Naar boven