28 371
Wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 in het kader van administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten (Aansluitingswet Walvis)

28 219
Wijziging van de Coördinatiewet Sociale Verzekering en andere wetten in verband met een administratieve lastenverlichting inzake de vaststelling van het premieloon en het uitkeringsloon (Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten)

D
NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIES VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN VOOR FINANCIEN1

Vastgesteld 16 juni 2004

De leden van de CDA-, VVD- en PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de memorie van antwoord bij deze wetsvoorstellen. Zij constateren dat op niet op alle door deze leden gestelde vragen voldoende duidelijkheid is verschaft. Zo is geen antwoord gegeven op de vraag wat het overleg met het bedrijfsleven tot dusverre concreet heeft opgeleverd met betrekking tot de omvang van de PANA-aangifte (premie afdracht op nominatieve aangifte) en de omvang van de overgangsperiode. Graag zouden zij alsnog een antwoord op deze vraag krijgen. De leden van deze fracties achten deze vraag van belang met het oog op het streven naar administratieve lastenverlichting. Zij vragen in dit verband de bewindslieden in hun antwoord op te nemen of zij het standpunt van deze fracties delen dat het streven erop dient te zijn gericht om de overgangsperiode te beperken tot maximaal één jaar.

De leden van de CDA-, VVD- en PvdA-fractie verzoeken de bewindslieden verder nader toe te lichten waarom het uitzonderen van de WW-premie van het SV-loon met behulp van automatisering ten koste zou gaan van de eenvoud van het loonbegrip. Het betreft hier toch slechts een technische administratieve ingreep, die leidt tot een verdere uniformering van het fiscale en SV-loon? Vooralsnog zien zij niet in waarom dit voor de praktijk tot grote uitvoeringsmoeilijkheden zou leiden.

De leden van de CDA-, VVD- en PvdA-fractie merken vervolgens op dat voorlichting ten aanzien van de gevolgen van de wijze waarop het beloningspakket van werknemers is samengesteld, niet alleen van belang is voor de al dan niet plaatsvindende loon- en premieheffing, maar met name ook voor de eventuele gevolgen voor uitkeringsrechten. De toenemende flexibilisering van de wijze waarop werknemers worden beloond, versterkt de noodzaak van voorlichting ten aanzien van de gevolgen voor de uitkeringen. Ook de complexiteit van het loonbegrip, ook na aanvaarding van de onderhavige wetsvoorstellen, rechtvaardigt voorlichting hieromtrent aan werknemers. Vandaar de vraag van deze leden aan de bewindslieden in hoeverre zij hier ook een voorlichtingstaak weggelegd zien voor de overheid.

De leden van de CDA-, VVD- en PvdA-fractie zijn nog niet overtuigd dat de aanlevering van gegevens niet sneller dan binnen een maand zou kunnen. Naar zij hebben begrepen, zal de Belastingdienst de gegevens van de werkgevers langs elektronische weg willen ontvangen. Dan is ook een termijn van een week denkbaar. In dat laatste geval zal er in minder gevallen sprake zijn van een voorlopige uitkering of een voorschot, hetgeen de uitvoeringslasten voor de UWV (uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen) zal beperken.

Mede gelet op het feit dat in 2002 ongeveer 90 miljoen euro extra aan premie is binnengekomen, zijn de leden van de CDA-, VVD- en PvdA-fractie na kennisgenomen te hebben van de memorie van antwoord er nog niet van overtuigd dat de «buitendienst» van de Belastingdienst voldoende is uitgerust om even adequaat te kunnen opereren als de buitendienst van de UWV. De visie van de bewindslieden overtuigt op dit punt nog niet geheel en zou naar de mening van deze leden beter moeten worden onderbouwd.

Tot slot vragen deze leden zich af hoe de Belastingdienst om zal gaan met de discretionaire bevoegdheid met betrekking tot de premieheffing en welke richtlijnen de bewindsman de inspecties op dit punt zal meegeven.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Van Driel

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,

Essers

De griffier van de vaste commissie voor Financiën,

Janssen


XNoot
1

Samenstelling:

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Van den Berg (SGP), Van Leeuwen (CDA), Swenker (VVD), Kalsbeek-Schimmelpenninck, van der Oije (VVD), Meulenbelt (SP), Ten Hoeve (OSF), Van Driel (PvdA) (voorzitter), Vedder-Wubben (CDA), V. Dalen-Schiphorst (CDA), De Rijk (GL), Schouw (D66), Leijnse (PvdA).

Financiën:

Schuyer (D66), Ketting (VVD), Platvoet (GL), Terpstra (CDA), Van Driel (PvdA), Doek (CDA), Van Middelkoop (CU), Biermans (VVD) (plv. voorzitter), Essers (CDA) (voorzitter), Kox (SP), Leijnse (PvdA).

Naar boven