28 277
Wet op het Centraal bureau voor de statistiek

A1
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN2

Vastgesteld 9 oktober 2003

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel heeft de leden van de commissie aanleiding gegeven tot het stellen van de navolgende vragen en het maken van de navolgende opmerkingen.

De fractie van de PvdA deelden mee met belangstelling te hebben kennis genomen van dit wetsvoorstel.

De wens van de minister van Economische Zaken om de belangen van de statistiek en wetenschap te scheiden van politieke belangen is duidelijk en te begrijpen. Deze leden hadden evenwel de volgende vragen.

Met verzelfstandiging is de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan, positief, maar ook negatief. Is de verzelfstandiging van het CBS een panacee om naast het uit elkaar halen van belangen de bedrijfsvoering te kunnen verbeteren? Welke alternatieven heeft de minister onderzocht om tot een scheiding van de belangen te komen en waarom zijn deze uiteindelijk niet uitgemond in voorstellen en is gekozen voor verzelfstandiging zoals deze nu voor ligt?

De leden van de VVD-fractie deelden mee zich bij bovenstaande vragen van de PvdA-fractie aan te sluiten.

Het CBS blijft publieke taken uitoefenen. Formeel houdt de Centrale Commissie voor de Statistiek toezicht op het CBS. Dat dit noodzakelijk is heeft zich afgelopen augustus bewezen. Het CBS had een te hoog inflatiecijfer berekend en het CCS heeft een extern adviesbureau ingeschakeld om een audit uit te voeren naar de oorzaken van de gemaakte fouten in het productieproces van de consumentenprijsindex (bron: Financieel Dagblad 6 augustus 2003, pag. 3). Als het CCS haar taak ernstig verwaarloost kan de minister volgens hoofdstuk 6 van dit wetsvoorstel maatregelen treffen. Heeft de minister, gezien de maatschappelijke belangen, overwogen om ook langs andere wegen dan in het wetsvoorstel aangegeven, toezicht te houden op het CCS? Is het toezicht adequaat en effectief geborgd, ook in het genoemde geval? Stel dat het CCS niet had gefunctioneerd afgelopen zomer, het was niet tot correctie gekomen, had de minister van Economische Zaken de foutieve berekening van de consumentenprijsindex kunnen bemerken en wat had de minister van Economische Zaken in het onderhavige geval concreet gedaan?

Kijkend naar de consistentie met door het ministerie van Economische Zaken gevoerd beleid valt op, dat artikel 5 lid 1 stelt dat het CBS in incidentele gevallen werkzaamheden voor derden kan verrichten. Hoe verhoudt dit zich tot het gedachtegoed van het dossier Markt en Overheid en het ingetrokken wetsvoorstel Markt en Overheid? Waarom is artikel 5 lid 1 opgenomen en naar welke werkzaamheden gaan de gedachten dan uit? Wat is de laatste de stand van zaken inzake Markt en Overheid? Wordt na het intrekken van het wetsvoorstel nog gestudeerd op de optie om de Mededingingswet aan te passen door daarin gedragsregels op te nemen? Wat zijn de uitkomsten van dat onderzoek?

Kan de minister de actuele stand van zaken geven ten aanzien van het financieel beheer van het CBS? Wordt aan alle voorwaarden van een baten/lastendienst voldaan?

De leden van de VVD-fractie deelden mee zich aan te sluiten bij de in bovenstaande alinea vermelde vragen en opmerkingen.

De leden van de PvdA-fractie deelden tenslotte mee de antwoorden van de minister van Economische Zaken graag tegemoet te zien. De leden van de fractie van GroenLinks deelden mee zich aan te sluiten bij alle door de leden van de PvdA-fractie gemaakte opmerkingen en gestelde vragen.

De voorzitter van de commissie,

Luijten

De griffier van de commissie,

Nieuwenhuizen


XNoot
1

Het eerder verschenen stuk inzake dit wetsvoorstel is gedrukt onder EK nr. 235, vergaderjaar 2002–2003.

XNoot
2

Samenstelling: Van den Berg (SGP), Ketting (VVD), Luijten (VVD), voorzitter, Van der Lans (GL), Maas-de Brouwer (PvdA), Terpstra (CDA), plv. voorzitter, Ten Hoeve (OSF), Doek (CDA), Kox (SP), Essers (CDA), Sylvester (PvdA), Schouw (D66).

Naar boven