A1
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN2
Vastgesteld 9 oktober 2003
Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel heeft de leden van de
commissie aanleiding gegeven tot het stellen van de navolgende vragen en het
maken van de navolgende opmerkingen.
De fractie van de PvdA deelden mee met belangstelling
te hebben kennis genomen van dit wetsvoorstel.
De wens van de minister van Economische Zaken om de belangen van de statistiek
en wetenschap te scheiden van politieke belangen is duidelijk en te begrijpen.
Deze leden hadden evenwel de volgende vragen.
Met verzelfstandiging is de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan, positief,
maar ook negatief. Is de verzelfstandiging van het CBS een panacee om naast
het uit elkaar halen van belangen de bedrijfsvoering te kunnen verbeteren?
Welke alternatieven heeft de minister onderzocht om tot een scheiding van
de belangen te komen en waarom zijn deze uiteindelijk niet uitgemond in voorstellen
en is gekozen voor verzelfstandiging zoals deze nu voor ligt?
De leden van de VVD-fractie deelden mee zich
bij bovenstaande vragen van de PvdA-fractie aan te sluiten.
Het CBS blijft publieke taken uitoefenen. Formeel houdt de Centrale Commissie
voor de Statistiek toezicht op het CBS. Dat dit noodzakelijk is heeft zich
afgelopen augustus bewezen. Het CBS had een te hoog inflatiecijfer berekend
en het CCS heeft een extern adviesbureau ingeschakeld om een audit uit te
voeren naar de oorzaken van de gemaakte fouten in het productieproces van
de consumentenprijsindex (bron: Financieel Dagblad 6 augustus 2003, pag. 3).
Als het CCS haar taak ernstig verwaarloost kan de minister volgens hoofdstuk
6 van dit wetsvoorstel maatregelen treffen. Heeft de minister, gezien de maatschappelijke
belangen, overwogen om ook langs andere wegen dan in het wetsvoorstel aangegeven,
toezicht te houden op het CCS? Is het toezicht adequaat en effectief geborgd,
ook in het genoemde geval? Stel dat het CCS niet had gefunctioneerd afgelopen
zomer, het was niet tot correctie gekomen, had de minister van
Economische Zaken de foutieve berekening van de consumentenprijsindex kunnen
bemerken en wat had de minister van Economische Zaken in het onderhavige geval
concreet gedaan?
Kijkend naar de consistentie met door het ministerie van Economische Zaken
gevoerd beleid valt op, dat artikel 5 lid 1 stelt dat het CBS in incidentele
gevallen werkzaamheden voor derden kan verrichten. Hoe verhoudt dit zich tot
het gedachtegoed van het dossier Markt en Overheid en het ingetrokken wetsvoorstel
Markt en Overheid? Waarom is artikel 5 lid 1 opgenomen en naar welke werkzaamheden
gaan de gedachten dan uit? Wat is de laatste de stand van zaken inzake Markt
en Overheid? Wordt na het intrekken van het wetsvoorstel nog gestudeerd op
de optie om de Mededingingswet aan te passen door daarin gedragsregels op
te nemen? Wat zijn de uitkomsten van dat onderzoek?
Kan de minister de actuele stand van zaken geven ten aanzien van het financieel
beheer van het CBS? Wordt aan alle voorwaarden van een baten/lastendienst
voldaan?
De leden van de VVD-fractie deelden mee zich
aan te sluiten bij de in bovenstaande alinea vermelde vragen en opmerkingen.
De leden van de PvdA-fractie deelden tenslotte
mee de antwoorden van de minister van Economische Zaken graag tegemoet te
zien. De leden van de fractie van GroenLinks deelden
mee zich aan te sluiten bij alle door de leden van de PvdA-fractie gemaakte
opmerkingen en gestelde vragen.
De voorzitter van de commissie,
Luijten
De griffier van de commissie,
Nieuwenhuizen
XNoot
1Het eerder verschenen stuk inzake dit wetsvoorstel is gedrukt onder EK
nr. 235, vergaderjaar 2002–2003.
XNoot
2Samenstelling: Van den Berg (SGP), Ketting (VVD), Luijten (VVD), voorzitter,
Van der Lans (GL), Maas-de Brouwer (PvdA), Terpstra (CDA), plv. voorzitter,
Ten Hoeve (OSF), Doek (CDA), Kox (SP), Essers (CDA), Sylvester (PvdA), Schouw
(D66).