Vastgesteld 26 februari 2003
De vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij1 heeft op 15 januari 2003 een brief gezonden aan de minister van
Landbouw, Natuurbeheer en Visserij inzake de uitvoering van de Reconstructiewet
concentratiegebieden.
De minister heeft daarop bij brief van 21 februari 2003 geantwoord.
De commissie brengt hierbij verslag uit van het aldus gevoerde schriftelijke
overleg.
AAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ
Den Haag, 15 januari 2003
Namens de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij moge
ik u verzoeken haar schriftelijk in te lichten over de uitvoering van de Reconstructiewet
concentratie-gebieden. De commissie is in het bijzonder geïnteresseerd
in de kennelijk gerezen knelpunten ten aanzien van de financiering van de
implementatie van de wet.
De griffier van de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij,
B. Nieuwenhuizen
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 februari 2003
Naar aanleiding van de vraag van de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij om informatie over de uitvoering van de Reconstructiewet Concentratiegebieden,
in het bijzonder ten aanzien van de financiering, bericht ik u het volgende.
In aanvulling op de brief van 2 oktober 2002 aan de Tweede Kamer, kan
ik u meedelen dat onlangs de Reconstructiecommissie Gelderse Vallei/Utrecht
Oost het voorontwerp-Reconstructieplan heeft aangeboden aan GS. Dit is de
eerste in de rij.
Het is u bekend dat ik met de staatssecretaris van VROM, de reconstructieprovincies
en de VNG samen optrek om aanvullende financiering van de plannen op tafel
te krijgen.
Op dit moment voeren we overleg over de eerste inschattingen van de provincies
omtrent de extra benodigde (rijks)gelden.
Het streven is erop gericht dit voorjaar meer duidelijkheid te hebben
over de benodigde financiering en een doorkijk te geven naar de komende kabinetsperiode.
Overigens gaat in de tussentijd de planvorming gewoon door.
C. P. Veerman