28 503
Wijziging van de Wet op de dierproeven

nr. 263
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT1

Vastgesteld 1 juli 2003

Het voorbereidend onderzoek gaf de commissie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

Gelet op het tot nu toe noodzakelijke gebruik van mensapen bij sommig biomedisch onderzoek, vroegen de leden van de PvdA-fractie of het zoeken naar alternatieven voor dit onderzoek, na het niet langer aannemen van opdrachten door het BPRC, al tot resultaten heeft geleid. Tevens vroegen zij of de afwezigheid van mensapenkolonies van voldoende omvang in Europa niet leidt tot een ongewenste afhankelijkheid van landen als de VS of Japan indien zich een ernstige bedreiging van de volksgezondheid voordoet die specifiek is voor Europa. Heeft overleg met de betrokken overheden plaatsgevonden opdat geen aanvullende voorwaarden zullen worden gesteld aan buitenlands onderzoek?

Wordt alleen in Nederland onderzoek gedaan naar alternatieven voor diergeneeskundig onderzoek, of zijn er ook buitenlandse initiatieven bekend?

Tenslotte vroegen deze leden of voor de validatie van alternatieve onderzoeksmethoden ook proeven met niet-humane primaten in het bijzonder mensapen, noodzakelijk zijn.

Vertrouwende, dat deze vragen tijdig zullen worden beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over het onderhavige wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Van Leeuwen

De griffier van de commissie,

Eliane Janssen


XNoot
1

Samenstelling: Werner (CDA), Van Leeuwen (CDA), (voorzitter), Van den Berg (SGP), Dupuis (VVD), Swenker (VVD), Kohnstamm (D66), Hamel (PvdA), Nap-Borger (CDA), Slagter-Roukema (SP), De Rijk (GL) en Putters (PvdA).

Naar boven