28 302
Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2002 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

nr. 77
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 november 2002

Op 1 oktober 2002 sprak ik met uw Kamer over de wijziging van de begroting van de uitgaven en ontvangsten van het ministerie van Defensie voor het jaar 2002. Tijdens dit overleg zegde ik het lid Van Vugt toe hem schriftelijk te informeren over het Frans/Nederlandse onderzoek naar de bruikbaarheid van onbemande verkenningsvliegtuigen voor langdurige verkenningstaken. Hierbij stuur ik u de stand van zaken van het project «Medium Altitude Long Endurance Unmanned Areal Vehicles» (MALE UAV).

Op 14 mei 2002 tekenden de vorige minister van Defensie, De Grave, en zijn Franse ambtgenoot een «General Memorandum of Understanding» (GMOU) over de Frans/Nederlandse samenwerking op het gebied van onbemande vliegtuigen. Dit is vervolgens op 27 juni jl. naar het Parlement gestuurd. In het GMOU wordt geen enkele verplichting, financieel of anderszins aangegaan. De ontwikkeling van de UAV voltrekt zich overeenkomstig het Defensie Materieel Proces (DMP) in verschillende fasen. Afgesproken is dat elke stap zoals de behoeftestelling, de haalbaarheidsstudie en een eventuele verwerving in een afzonderlijk MoU wordt vastgelegd. Dat biedt de regering de mogelijkheid om de Kamer steeds overeenkomstig het DMP te informeren.

Als eerste wordt thans de gemeenschappelijke operationele behoefte gedefinieerd. Volgens planning ontvangt de Kamer hierover in de eerste helft van 2003 een DMP-A brief. Na goedkeuring van de operationele behoeftestelling vangt de «Feasibility Study» aan. Tijdens deze fase worden gemeenschappelijk Frans/Nederlandse (voor)studies verricht naar de realisatiemogelijkheden. Daarbij wordt nadrukkelijk ook gekeken naar de integratie van de UAV met andere militaire systemen. Deze studiefase eindigt naar verwachting medio 2005. Tegen die tijd ontvangt de Kamer een DMP B/C document met de resultaten van dit bi-nationale onderzoek.

Tot slot wijs ik u op de brief over de EVDB-intensivering en de Nederlandse bijdrage aan het «Prague Capability Commitment» die u op 8 november jl. is toegezonden (Kamerstuk 28 676, nr. 1), waarin onder meer het belang van MALE UAV wordt onderstreept. Samen met Frankrijk speelt Nederland in de EU een leidende rol in de discussie over onbemande vliegtuigen. Inmiddels tonen ook andere Europese landen als Italië, Spanje en Zweden interesse in deelneming aan het Frans/Nederlandse MALE UAV initiatief.

De Staatssecretaris van Defensie

C. van der Knaap


XNoot
1

De eerder verschenen stukken inzake dit wetsvoorstel zijn gedrukt onder EK nrs. 369 t/m 369b, vergaderjaar 2001–2002.

Naar boven