nr. 202
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het overgangsrecht
van de Vreemdelingenwet 2000 ten aanzien van de verplichting om de Adviescommissie
voor vreemdelingenzaken te horen, te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Vreemdelingenwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2, tweede lid, vervalt de derde volzin.
B
Artikel 118 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «een besluit op grond van de Vreemdelingenwet
die is bekendgemaakt» vervangen door: een besluit op grond van de Vreemdelingenwet
dat is bekendgemaakt.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Op de verplichting om de Adviescommissie voor vreemdelingenzaken te
horen, is het tweede lid slechts van toepassing voorzover advisering ingevolge
een verdrag of een Nederland bindend besluit van een volkenrechtelijke organisatie,
dan wel ingevolge een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak verplicht
is.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Artikel I, onderdeel B werkt terug tot en met 1 april 2001.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,