nr. 30b
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIEN
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 november 2002
In de brief van 30 oktober 2002 (bijlage) van de griffier van de Commissie
Financiën van de Eerste Kamer is vermeld dat de Eerste Kamer signalen
heeft ontvangen dat de Belgische Senaat het verdrag niet voor het einde van
het jaar zal behandelen. Tegen deze achtergrond heeft de commissie besloten
om pas op 5 november 2002 een procedure van behandeling te bepalen. In de
brief wordt per ommegaande verzocht om informatie over de planning van de
behandeling in België. De betrokken ambtenaren van het Belgische Ministerie
van Financiën hebben ons laten weten dat de Belgische Senaatscommissie
voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging het verdrag
inderdaad nog niet heeft geagendeerd. Zij zullen de Belgische Minister van
Financiën, die thans in het buitenland is, begin volgende week dringend
adviseren om op korte termijn een brief aan de senaatsvoorzitter toe te zenden
om de behandeling te bespoedigen met het oog op de beoogde inwerkingtredingsdatum
van het verdrag. Gelet daarop kan de conclusie dat de Belgische ratificatieprocedure
niet tijdig zal worden afgehandeld en er geen belang is bij een spoedige Nederlandse
ratificatieprocedure, mijns inziens nog niet worden getrokken. Naar mijn mening
is het van belang te voorkomen dat het verdrag niet vanaf 1 januari
2003 van toepassing wordt omdat de Nederlandse ratificatieprocedure niet bijtijds
wordt afgerond, terwijl de Belgische goedkeuringsprocedure uiteindelijk wel
tijdig wordt afgewikkeld. Zoals ik eerder heb aangegeven, hecht ik er sterk
aan dat het verdrag vanaf 1 januari 2003 van toepassing wordt omdat
daarin een aantal belangrijke problemen, waaronder de grensarbeidersproblematiek
en fiscale emigratie, worden opgelost. Daarom zou ik het zeer op prijs stellen
indien er door de Eerste Kamer op wordt gekoerst om het wetsvoorstel uiterlijk
in week 49 af te handelen zolang een tijdige afronding in België nog
mogelijk is. Uiteraard zal ik u zo snel mogelijk op de hoogte stellen indien
dit onverhoopt niet het geval blijkt te zijn. Op deze plaats merk ik op dat
het mij spijt dat de termijn die voor de behandeling in de Eerste Kamer resteert
kort is. Zoals u bekend is, hangt dit samen met het feit dat de behandeling
van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer door omstandigheden minder
snel heeft kunnen verlopen dan oorspronkelijk werd verwacht.
De Staatssecretaris van Financiën,
S. R. A. van Eijck
BIJLAGE BRIEF AAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Den Haag, 30 oktober 2002
Namens de vaste commissie voor Financiën bevestig ik de goede ontvangst
van uw brief d.d. 17 oktober 2002, waarin u erop aandringt het Belastingverdrag
tussen Nederland en België (kamerstuk 28 259) uiterlijk in week
49 te behandelen. U vermeldt daarbij dat ook de Belgische Senaat ernaar streeft
het verdrag op 1 januari 2003 van toepassing te laten worden.
Aangezien de Eerste Kamer signalen hebben bereikt dat de Belgische Senaat
het verdrag niet voor het einde van het jaar zal behandelen, heeft de commissie
gemeend pas op 5 november a.s. een procedure van behandeling te bepalen.
Zij verzoekt u haar per omgaande te informeren over de planning van de behandeling
in België.
Mocht van die zijde de ingangsdatum van 1 januari 2003 niet haalbaar blijken,
dan vervalt immers voor de commissie de noodzaak van een spoedbehandeling.
De griffier van de commissie Financiën,
Janssen