nr. 11
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de Gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat beroep
in cassatie kan worden ingesteld tegen vrijspraken en dat bij het niet naleven
van de verplichting om tijdig een schriftuur in te dienen de niet-ontvankelijkheid
van het beroep in cassatie kan worden uitgesproken door de enkelvoudige kamer;
Zo is het dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 430 vervalt.
B
In artikel 438, tweede lid, onder c, wordt na «bepaalt» ingevoegd:
, behoudens in het geval, omschreven in artikel 440, derde lid.
C
Artikel 440 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «De Hoge Raad» ingevoegd: verklaart
het beroep in cassatie niet ontvankelijk,.
2. Onder vernummering van het derde tot vierde lid wordt een lid ingevoegd,
luidende:
3. De beslissing dat het beroep in cassatie niet ontvankelijk wordt verklaard
kan in het geval niet tijdig een schriftuur is ingediend houdende middelen
van cassatie door de enkelvoudige kamer worden gegeven.
D
In de artikelen 170 en 501 wordt «arrondissementsrechtbank»
vervangen door: rechtbank.
E
Artikel 404 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid vervalt.
2. Het vierde en vijfde lid worden vernummerd tot derde en vierde lid.
F
Artikel 446 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «bij het gerechtshof» ingevoegd:
of de rechtbank.
2. In het derde lid wordt «of het gerechtshof beslissen» vervangen
door: , het gerechtshof of de rechtbank beslist.
G
In de artikelen 447, tweede lid, en 466, eerste lid, wordt «de griffier
bij de Hoge Raad» vervangen door: de griffier van de Hoge Raad.
ARTIKEL II
Beroep in cassatie is niet toegelaten tegen een vrijspraak die voor het
tijdstip van inwerkingtreding van deze wet is gewezen.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,