nr. 236
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een regeling
te treffen dat in perioden van capaciteitsnood zowel volwassen als jeugdige
verdachten ten aanzien van wie de bewaring is bevolen alsmede arrestanten
in een politiecel kunnen worden ingesloten;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Penitentiaire beginselenwet wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel 15 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 15a
In afwijking van artikel 15, eerste lid, eerste volzin, kan de selectiefunctionaris
bepalen dat een persoon ten aanzien van wie de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf
of een vrijheidsbenemende maatregel is gelast en die in een politiecel verblijft,
daar voor een periode van maximaal tien dagen zal verblijven, nadat hij heeft
vastgesteld dat er voor deze persoon geen plaats is in een inrichting. De
politiecel voldoet aan de regels die voor politiecellencomplexen zijn vastgesteld.
ARTIKEL II
De Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel 16 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 16a
1. In afwijking van artikel 16, eerste lid, eerste volzin, kan de selectiefunctionaris
bepalen dat een persoon ten aanzien van wie de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf
of een vrijheidsbenemende maatregel is gelast en die in een politiecel verblijft,
daar voor een periode van maximaal tien dagen zal verblijven, nadat hij heeft
vastgesteld dat er voor deze persoon geen plaats is in een inrichting. De
politiecel voldoet aan de regels die voor politiecellencomplexen zijn vastgesteld.
2. Het eerste lid kan voor een jeugdige in de leeftijd van twaalf tot
zestien jaar worden toegepast, met dien verstande dat de maximale termijn
voor verblijf in een politiecel dan drie dagen bedraagt en het verblijf alleen
mag worden toegepast in afwachting van het regelen van vervoer naar de plaats
in een inrichting.
ARTIKEL III
Artikel 78, vierde lid, van het Wetboek van Strafvordering wordt vervangen
door:
[4.] Het bevel kan voorts in verband met bijzondere persoonlijke omstandigheden
van de verdachte de plaats vermelden waarin de voorlopige hechtenis zal worden
ondergaan.
ARTIKEL IV
Onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet treedt
deze wet in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het
staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,