nr. 137
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat enige wettelijke voorzieningen
moeten worden getroffen ter uitvoering van het op 15 december 1997 te
New York totstandgekomen Verdrag inzake de bestrijding van terroristische
bomaanslagen en het op 9 december 1994 te New York totstandgekomen Verdrag
inzake de veiligheid van VN-personeel en geassocieerd personeel;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 9° wordt na «internationaal beschermd persoon»
ingevoegd: als bedoeld in artikel 87b, eerste lid,.
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel 11° door
een puntkomma, worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:
12°. aan een der misdrijven, omschreven in de artikelen 117, 117a,
117b, 282a en 285, voor zover het feit is gepleegd tegen een internationaal
beschermd persoon als bedoeld in artikel 87b, tweede lid, die Nederlander
is, of tegen diens beschermde goederen;
13°. aan een der misdrijven, omschreven in de artikelen 92 tot en
met 96, 108, 115, 117, 117b, 121 tot en met 123, 157, 161, 161bis, 161quater,
161sexies, 162, 162a, 164, 166, 168, 170, 172, 173a, 285, 287, 288, 289, 350,
350a, 351, 352, 354, 385b en 385d, voor zover het feit valt onder de omschrijvingen van artikel 2 van het op 15 december 1997 te New
York totstandgekomen Verdrag inzake de bestrijding van terroristische bomaanslagen
(Trb. 1998, 84) en hetzij het feit is gepleegd tegen een Nederlander, hetzij
de verdachte zich in Nederland bevindt.
B
Artikel 87b wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt een lid ingevoegd,
luidende:
2. Onder internationaal beschermd persoon wordt mede verstaan een persoon
vallende onder de omschrijving van artikel 1, onderdeel a of b, van het Verdrag
inzake de veiligheid van VN-personeel en geassocieerd personeel van 9 december
1994 (Trb. 1996, 62).
2. In het derde lid wordt «voornoemd Verdrag» vervangen door:
het in het eerste lid genoemde verdrag en artikel 9, eerste lid, onderdeel
b, van het in het tweede lid genoemde verdrag.
C
In de artikelen 157, onderdeel 2°, en 158, onderdeel 2°, wordt
na «levensgevaar» ingevoegd: of gevaar voor zwaar lichamelijk
letsel.
ARTIKEL II
Aan artikel 552hh, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering wordt,
onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma, een onderdeel
toegevoegd, luidende:
– artikel 9 van het Verdrag inzake de veiligheid van VN-personeel
en geassocieerd personeel (Trb. 1996, 62).
ARTIKEL III
De Uitleveringswet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 11, derde lid, wordt na «Europees Verdrag tot bestrijding
van terrorisme (Trb. 1977, 63)» ingevoegd: en artikel 2 van het Verdrag
inzake de bestrijding van terroristische bomaanslagen (Trb. 1998, 84).
B
Aan artikel 51a, tweede lid, worden, onder vervanging van de punt aan
het slot door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:
– de misdrijven, strafbaar gesteld in de artikelen 117, 117a, 117b,
282a en 285 van het Wetboek van Strafrecht, voor zover het feit valt onder
de omschrijvingen van artikel 2 van het het op 9 december 1994 te New
York totstandgekomen Verdrag inzake de veiligheid van VN-personeel en geassocieerd
personeel (Trb. 1996, 62);
– de misdrijven, strafbaar gesteld in de artikelen 92 tot en met
96, 108, 115, 117, 117b, 121 tot en met 123, 157, 161, 161bis, 161quater,
161sexies, 162, 162a, 164, 166, 168, 170, 172, 173a, 285, 287, 288, 289, 350,
350a, 351, 352, 354, 385b en 385d van het Wetboek van Strafrecht, voor zover
het feit valt onder de omschrijvingen van artikel 2 van het op 15 december
1997 te New York totstandgekomen Verdrag inzake de bestrijding
van terroristische bomaanslagen (Trb. 1998, 84).
ARTIKEL IV
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit
te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,