nr. 120b
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Ontvangen 6 december 2001
De leden van de fractie van de VVD vragen of in de toekomst gestreefd
zou kunnen worden het jaarlijkse Belastingplan te beperken tot tariefwijzigingen
en andere kleine aanpassingen. Grote wetswijzigingen die een intensieve fiscaal-juridische
beoordeling vergen zouden dan in de loop van het jaar in het gewone wetgevingsproces
behandeld kunnen worden. Deze leden zijn van mening dat daarmee voorkomen
zou kunnen worden dat belangrijke fiscale wetsvoorstellen onder grote tijdsdruk
komen te staan.
Wij zijn ons ervan bewust dat het fiscaal pakket 2002 niet gering is.
Voor een belangrijk deel is het een technische uitwerking van beleidsvoornemens
en maatregelen die reeds eerder waren aangekondigd. Er bestaat een budgettaire
en beleidsmatige samenhang tussen de vijf wetsvoorstellen die tezamen het
Belastingplan 2002 vormen. De afzonderlijke wetsvoorstellen en de daarin opgenomen
maatregelen dienen dan ook zoveel mogelijk in hun onderlinge samenhang te
worden beoordeeld. Wij benadrukken dat de keuze om voor het jaar 2002 de maatregelen
van het Belastingplan thematisch onder te brengen in een aantal afzonderlijke
wetsvoorstellen, een andere keuze in latere jaren niet uitsluit. Ieder jaar
wordt opnieuw de afweging gemaakt over de opzet van het jaarlijkse belastingplan.
Wij zullen aan dit onderwerp ook aandacht besteden bij de evaluatie van het
Belastingplan 2002.
Wij zijn in het Nader Rapport op dit wetsvoorstel ingegaan op de suggestie
om het jaarlijkse Belastingplan te beperken tot tariefwijzigingen en andere
kleine aanpassingen. Verwezen is naar de behandeling in de Eerste Kamer van
het Belastingplan 1993 van de zogenoemde «motie Boorsma» (kamerstukken
I, vergaderjaar 1992–1993, 22 873, nr. 110d). In deze motie wordt
de regering uitgenodigd om voor enig jaar fiscale wetsvoorstellen van verschillende
aard, belang en/of urgentie in de toekomst niet meer in één
wetsvoorstel samen te voegen. In zijn reactie heeft de toenmalige staatssecretaris
van Financiën aangegeven dat deze motie bij de voorbereiding van het
Belastingplan 1994 in de afweging zou worden betrokken. Zoals hiervoor is
aangegeven wordt deze afweging ieder jaar opnieuw gemaakt.
De leden van de fractie van de VVD vragen of de veronderstelde gunstige
effecten van instrumentalisering van het belastingrecht aan de hand van wetenschappelijk
onderzoek kunnen worden aangetoond.
Vooropgesteld moet worden dat instrumentalisering van het belastingrecht
geen doel op zichzelf is, maar dat het belastinginstrument naast alle andere
instrumenten van overheidsbeleid een middel kan zijn om bepaalde maatschappelijke
doelstellingen te verwezenlijken. Met behulp van wetenschappelijk onderzoek,
doorgaans in de vorm van een combinatie van enquête-onderzoek en modelmatig
onderzoek op basis van databestanden, kan – nadat een fiscale regeling
enige tijd in werking is geweest – worden nagegaan wat de effecten van
een fiscale maatregel zijn en of de voor die maatregel gestelde doelen zijn
bereikt. In dit verband wijzen wij op het in paragraaf 4.8 van bijlage
4 van de Miljoenennota 2001 opgenomen toetsingskader voor fiscale instrumenten.
De Staatssecretaris van Financiën,
W. J. Bos
De Minister van Financiën,
G. Zalm