28 013
Wijziging van belastingwetten c.a. (Belastingplan 2002 I – Arbeidsmarkt en inkomensbeleid)

nr. 120b
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 6 december 2001

De leden van de fractie van de VVD vragen of in de toekomst gestreefd zou kunnen worden het jaarlijkse Belastingplan te beperken tot tariefwijzigingen en andere kleine aanpassingen. Grote wetswijzigingen die een intensieve fiscaal-juridische beoordeling vergen zouden dan in de loop van het jaar in het gewone wetgevingsproces behandeld kunnen worden. Deze leden zijn van mening dat daarmee voorkomen zou kunnen worden dat belangrijke fiscale wetsvoorstellen onder grote tijdsdruk komen te staan.

Wij zijn ons ervan bewust dat het fiscaal pakket 2002 niet gering is. Voor een belangrijk deel is het een technische uitwerking van beleidsvoornemens en maatregelen die reeds eerder waren aangekondigd. Er bestaat een budgettaire en beleidsmatige samenhang tussen de vijf wetsvoorstellen die tezamen het Belastingplan 2002 vormen. De afzonderlijke wetsvoorstellen en de daarin opgenomen maatregelen dienen dan ook zoveel mogelijk in hun onderlinge samenhang te worden beoordeeld. Wij benadrukken dat de keuze om voor het jaar 2002 de maatregelen van het Belastingplan thematisch onder te brengen in een aantal afzonderlijke wetsvoorstellen, een andere keuze in latere jaren niet uitsluit. Ieder jaar wordt opnieuw de afweging gemaakt over de opzet van het jaarlijkse belastingplan. Wij zullen aan dit onderwerp ook aandacht besteden bij de evaluatie van het Belastingplan 2002.

Wij zijn in het Nader Rapport op dit wetsvoorstel ingegaan op de suggestie om het jaarlijkse Belastingplan te beperken tot tariefwijzigingen en andere kleine aanpassingen. Verwezen is naar de behandeling in de Eerste Kamer van het Belastingplan 1993 van de zogenoemde «motie Boorsma» (kamerstukken I, vergaderjaar 1992–1993, 22 873, nr. 110d). In deze motie wordt de regering uitgenodigd om voor enig jaar fiscale wetsvoorstellen van verschillende aard, belang en/of urgentie in de toekomst niet meer in één wetsvoorstel samen te voegen. In zijn reactie heeft de toenmalige staatssecretaris van Financiën aangegeven dat deze motie bij de voorbereiding van het Belastingplan 1994 in de afweging zou worden betrokken. Zoals hiervoor is aangegeven wordt deze afweging ieder jaar opnieuw gemaakt.

De leden van de fractie van de VVD vragen of de veronderstelde gunstige effecten van instrumentalisering van het belastingrecht aan de hand van wetenschappelijk onderzoek kunnen worden aangetoond.

Vooropgesteld moet worden dat instrumentalisering van het belastingrecht geen doel op zichzelf is, maar dat het belastinginstrument naast alle andere instrumenten van overheidsbeleid een middel kan zijn om bepaalde maatschappelijke doelstellingen te verwezenlijken. Met behulp van wetenschappelijk onderzoek, doorgaans in de vorm van een combinatie van enquête-onderzoek en modelmatig onderzoek op basis van databestanden, kan – nadat een fiscale regeling enige tijd in werking is geweest – worden nagegaan wat de effecten van een fiscale maatregel zijn en of de voor die maatregel gestelde doelen zijn bereikt. In dit verband wijzen wij op het in paragraaf 4.8 van bijlage 4 van de Miljoenennota 2001 opgenomen toetsingskader voor fiscale instrumenten.

De Staatssecretaris van Financiën,

W. J. Bos

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven