nr. 307b
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Met genoegen constateer ik dat de leden van de CDA-fractie met instemming
kennis hebben genomen van het gewijzigde wetsvoorstel tot samenvoeging van
de gemeenten Echt en Susteren. Op basis van het beperkte aantal vragen in
het verslag van de commissie spreek ik de verwachting uit, dat het wetsvoorstel
de steun van de leden van de Eerste Kamer heeft.
Ik hoop dat de behandeling van dit wetsvoorstel vóór het
zomerreces afgerond wordt zodat de nieuwe gemeente Echt-Susteren per 1 januari
2003 van start kan gaan.
Met deze Nota naar aanleiding van het verslag reageer ik op de vragen
van de leden van de fractie van het CDA. De leden van de fracties van de Christenunie
en de SGP hadden zich bij deze vragen aangesloten.
In de eerste plaats wilden de leden van de fractie van het CDA weten waarom
de wens van de betrokken gemeenten ten aanzien van de regio-indeling door
de regering niet is gevolgd. Waarom wordt, zo vroegen de genoemde leden, de
nieuwe gemeente ingedeeld bij de politieregio Limburg-Noord en niet bij de,
door de gemeente gewenste, politieregio Limburg-Zuid. De minister heeft immers
aangegeven dat voor wat de indeling in politieregio's betreft er vanuit operationele
of bedrijfsmatige overwegingen geen zwaarwegende voorkeur voor de indeling
van de nieuwe gemeente bij een specifieke regio bestaat, zo brachten deze
leden naar voren. Waarom, zo vroegen de leden van de fractie van het CDA zich
verder af, is in de memorie van toelichting geen afweging van deze wens gemaakt
ten opzichte van het enige argument dat de minister (en gedeputeerde staten)
hanteren: territoriale congruentie.
Bij de voorgaande behandeling van het wetsvoorstel heb ik inderdaad aangegeven
dat er vanuit operationele overwegingen, noch vanuit bedrijfsmatige overwegingen
zwaarwegende voorkeur bestaat voor de indeling bij een specifieke regio. Ik
heb tevens aangegeven dat het lagere inwonersaantal van de noordelijke regio
de doorslag heeft gegeven voor de keuze voor de indeling bij de noordelijke
regio1.
Tijdens de mondelinge behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer
heb ik benadrukt dat ik de wens van de betrokken gemeenten zeker serieus neem,
maar dat de regio's bestaan uit meer gemeenten dan deze twee betrokken
gemeenten. In een evenwichtige toedeling van verantwoordelijkheden moeten
wij streven naar evenwichtige veiligheidsregio's. Door de toevoeging van Echt-Susteren
aan Limburg-Noord zal naar mijn overtuiging een evenwichtige situatie ontstaan.
Territoriale congruentie leidt er vervolgens toe dat politie, brandweer en
geneeskundige hulpverleningsdiensten uit een oogpunt van efficiëntie
en aansturing op elkaar afgestemd worden.
Tot slot vroegen de leden van de CDA-fractie zich af hoe de aanwijzing
van politieregiogrenzen zich verhoudt of zal verhouden tot de (toekomstige)
indeling in samenwerkingsgebieden die provinciale staten ingevolge artikel
2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen in hun provincie moeten verzorgen/wijzigen,
waar het de regionale indeling van Echt/Susteren betreft.
Toegespitst op de gemeenten Echt en Susteren maakt de gemeente Susteren
deel uit van de samenwerkingsgebieden de Westelijke Mijnstreek, respectievelijk
Zuid-Limburg. De gemeente Echt maakt deel uit van de samenwerkingsgebieden
Midden-Limburg, respectievelijk Midden- en Noord-Limburg.
Het provinciebestuur van Limburg heeft mij meegedeeld dat het voornemens
is, voor zoveel het zijn bevoegdheid betreft, de (functionele) gebiedsindeling
zodanig aan te passen dat de nieuwe gemeente Echt-Susteren deel gaat uitmaken
van de samenwerkingsgebieden Midden-Limburg, respectievelijk Middenen Noord-Limburg.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K. G. de Vries