28 012
Samenvoeging van de gemeenten Echt en Susteren

nr. 307b
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 31 mei 2002

Met genoegen constateer ik dat de leden van de CDA-fractie met instemming kennis hebben genomen van het gewijzigde wetsvoorstel tot samenvoeging van de gemeenten Echt en Susteren. Op basis van het beperkte aantal vragen in het verslag van de commissie spreek ik de verwachting uit, dat het wetsvoorstel de steun van de leden van de Eerste Kamer heeft.

Ik hoop dat de behandeling van dit wetsvoorstel vóór het zomerreces afgerond wordt zodat de nieuwe gemeente Echt-Susteren per 1 januari 2003 van start kan gaan.

Met deze Nota naar aanleiding van het verslag reageer ik op de vragen van de leden van de fractie van het CDA. De leden van de fracties van de Christenunie en de SGP hadden zich bij deze vragen aangesloten.

In de eerste plaats wilden de leden van de fractie van het CDA weten waarom de wens van de betrokken gemeenten ten aanzien van de regio-indeling door de regering niet is gevolgd. Waarom wordt, zo vroegen de genoemde leden, de nieuwe gemeente ingedeeld bij de politieregio Limburg-Noord en niet bij de, door de gemeente gewenste, politieregio Limburg-Zuid. De minister heeft immers aangegeven dat voor wat de indeling in politieregio's betreft er vanuit operationele of bedrijfsmatige overwegingen geen zwaarwegende voorkeur voor de indeling van de nieuwe gemeente bij een specifieke regio bestaat, zo brachten deze leden naar voren. Waarom, zo vroegen de leden van de fractie van het CDA zich verder af, is in de memorie van toelichting geen afweging van deze wens gemaakt ten opzichte van het enige argument dat de minister (en gedeputeerde staten) hanteren: territoriale congruentie.

Bij de voorgaande behandeling van het wetsvoorstel heb ik inderdaad aangegeven dat er vanuit operationele overwegingen, noch vanuit bedrijfsmatige overwegingen zwaarwegende voorkeur bestaat voor de indeling bij een specifieke regio. Ik heb tevens aangegeven dat het lagere inwonersaantal van de noordelijke regio de doorslag heeft gegeven voor de keuze voor de indeling bij de noordelijke regio1.

Tijdens de mondelinge behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer heb ik benadrukt dat ik de wens van de betrokken gemeenten zeker serieus neem, maar dat de regio's bestaan uit meer gemeenten dan deze twee betrokken gemeenten. In een evenwichtige toedeling van verantwoordelijkheden moeten wij streven naar evenwichtige veiligheidsregio's. Door de toevoeging van Echt-Susteren aan Limburg-Noord zal naar mijn overtuiging een evenwichtige situatie ontstaan. Territoriale congruentie leidt er vervolgens toe dat politie, brandweer en geneeskundige hulpverleningsdiensten uit een oogpunt van efficiëntie en aansturing op elkaar afgestemd worden.

Tot slot vroegen de leden van de CDA-fractie zich af hoe de aanwijzing van politieregiogrenzen zich verhoudt of zal verhouden tot de (toekomstige) indeling in samenwerkingsgebieden die provinciale staten ingevolge artikel 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen in hun provincie moeten verzorgen/wijzigen, waar het de regionale indeling van Echt/Susteren betreft.

Toegespitst op de gemeenten Echt en Susteren maakt de gemeente Susteren deel uit van de samenwerkingsgebieden de Westelijke Mijnstreek, respectievelijk Zuid-Limburg. De gemeente Echt maakt deel uit van de samenwerkingsgebieden Midden-Limburg, respectievelijk Midden- en Noord-Limburg.

Het provinciebestuur van Limburg heeft mij meegedeeld dat het voornemens is, voor zoveel het zijn bevoegdheid betreft, de (functionele) gebiedsindeling zodanig aan te passen dat de nieuwe gemeente Echt-Susteren deel gaat uitmaken van de samenwerkingsgebieden Midden-Limburg, respectievelijk Middenen Noord-Limburg.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries


XNoot
1

Nota naar aanleiding van het verslag, TK 2001–2002, 28 012, nr. 5, blz. 10.

Naar boven