28 012
Samenvoeging van de gemeenten Echt en Susteren

nr. 307a
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT1

Vastgesteld 14 mei 2002

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de navolgende opmerkingen en het stellen van de navolgende vragen.

De leden van de CDA-fractie hadden met instemming kennis genomen van het wetsvoorstel tot samenvoeging van de gemeenten Echt en Susteren, een samenvoeging die vanuit beide gemeenten geïnitieerd is. Zij achtten het tijdens de behandeling in de Tweede Kamer (weer) toevoegen van de kern Nieuwstadt aan deze nieuw te vormen gemeente een positief gegeven. Juist omdat het wetsvoorstel voet geeft aan de wens van beide gemeentebesturen rijst de vraag waarom (ook) geen gevolg is gegeven aan een andere wens van beide gemeentebesturen: de regio-indeling. Op 16 maart 2000 immers namen de gemeenteraden van Echt en Susteren gelijktijdig met hun besluit tot samenvoeging een motie aan om in het kader van regionale samenwerking wat de gewestelijke (doe)taken betreft aansluiting te zoeken bij het Streekgewest Westelijke Mijnstreek.

In het aan de orde zijnde wetsvoorstel wordt door de regering in artikel 11 (in het gewijzigde wetsvoorstel: artikel 7) de bijlage bedoeld in artikel 21 van de Politiewet 1993 zodanig gewijzigd dat Echt-Susteren ondergebracht wordt in de politieregio «Limburg-Noord». Waarom is – nu de regering in de memorie van toelichting schrijft en de minister in de memorie van antwoord nog eens herhaalt dat voor wat de indeling in politieregio's betreft er vanuit operationele of bedrijfsmatige overwegingen geen zwaarwegende voorkeur voor de indeling van de nieuwe gemeente bij een specifieke regio bestaat – de wens van de gemeentebesturen (oriëntatie naar het zuiden) op dit punt niet gehonoreerd/gevolgd? Waarom is op zijn minst in de memorie van toelichting geen afweging van deze wens gemaakt ten opzichte van het enige argument dat de minister (en gedeputeerde staten) hanteren: territoriale congruentie, een criterium overigens dat noch de Politiewet 1993 noch de Wet Gemeenschappelijke Regelingen 1984 kent.

Om op het punt van de door de gemeente uitgesproken wens geen misverstanden te krijgen merkten zij op dat ook zij gezien hadden dat de gemeenteraad van Echt zijn voorkeursuitspraak op 28 maart 2002 heeft ingetrokken. Dat is evenwel gebeurd uit o.m. overwegingen van berusting in de ontstane situatie («eigenlijk een gelopen race», raadsvoorstel Echt 23 oktober 2001). In Susteren heeft die intrekking niet plaatsgevonden.

Tot slot doet het gestelde in artikel 7 van het (gewijzigde) wetsvoorstel de vraag rijzen hoe deze aanwijzing van politieregiogrenzen zich verhoudt of zal verhouden tot de (toekomstige) indeling in samenwerkingsgebieden die provinciale staten ingevolge artikel 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen in hun provincie moeten verzorgen/wijzigen, waar het betreft de regionale indeling van Echt/Susteren.

De ChristenUnie en de SGP-fracties sloten zich aan bij de bovengenoemde opmerkingen en vragen van de CDA-fractie.

Vertrouwende dat deze vragen tijdig zullen worden beantwoord acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Witteveen

De griffier van de commissie,

Nieuwenhuizen


XNoot
1

Samenstelling: Holdijk (SGP), Rensema (VVD), Bierman (OSF), Van Heukelum (VVD), Luijten (VVD), plv.voorzitter, Ruers (SP), Terlouw (D66), Pastoor (CDA), Bemelmans-Videc (CDA), Dölle (CDA), Tan (PvdA), Platvoet (GL), Witteveen (PvdA) voorzitter.

Naar boven