28 000 VI
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2002

nr. 127
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

13 november 2001

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 105 van de Grondwet de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk bij de wet moet worden vastgesteld en dat in artikel 1 van de Comptabiliteitswet wordt bepaald welke begrotingen tot die van het Rijk behoren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2002 wordt vastgesteld, zoals blijkt uit de bij deze wet behorende begrotingsstaat.

Artikel 2

De begroting van baten en lasten en van kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de baten-lastendiensten Immigratie- en Naturalisatiedienst, Dienst Justitiële Inrichtingen en Centraal Justitieel Incasso Bureau voor het jaar 2002 wordt vastgesteld, zoals blijkt uit de bij deze wet behorende begrotingsstaat inzake die diensten.

Artikel 3

De vaststelling van de in de artikelen 1 en 2 bedoelde begrotingen geschiedt in duizenden euro's.

Artikel 4

De volgende artikelen dan wel leden van artikelen van de Comptabiliteitswet zijn op de begroting voor het jaar 2002 niet van toepassing:

a. Artikel 5, eerste, derde, zesde en negende lid;

b. Artikel 7.

Artikel 5

Ter vervanging van de artikelen dan wel van de leden van artikelen, genoemd in artikel 4, gelden voor de begroting voor het jaar 2002 de volgende bepalingen.

1. Begrotingsartikelen worden onderscheiden in beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen.

2. De begroting bevat per begrotingsartikel in elk geval de volgende gegevens:

a. het artikelnummer;

b. de artikelomschrijving;

c. bruto het maximumbedrag dat voor het aangaan van verplichtingen in het begrotingsjaar beschikbaar is;

d. bruto het maximumbedrag dat voor het verrichten van uitgaven in het begrotingsjaar beschikbaar is;

e. bruto het bedrag dat aan ontvangsten in het begrotingsjaar geraamd wordt.

3. De toelichting bij de begroting biedt per beleidsartikel in elk geval inzicht in de met het beleid samenhangende:

a. algemene en, indien van toepassing, nader geoperationaliseerde doelstellingen die worden nagestreefd;

b. instrumenten die ter bereiking van die doelstellingen worden ingezet;

c. meerjarig beschikbare bedragen voor het aangaan van verplichtingen;

d. meerjarig beschikbare bedragen voor het verrichten van programma-uitgaven;

e. meerjarig beschikbare bedragen voor het verrichten van apparaatsuitgaven;

f. meerjarig bedragen die aan ontvangsten zijn geraamd.

4. Het meerjarige inzicht dient, uitgaande van jaar t als begrotingsjaar, betrekking te hebben op het jaar t-2 tot en met het jaar t+4, dat wil zeggen op de periode lopende van twee jaar voorafgaand tot en met vier jaar volgend op het begrotingsjaar.

5. De toelichting bij de begroting bevat per beleidsartikel:

a. doeltreffendheidsgegevens over de in het eerste lid bedoelde algemene en/of nader geoperationaliseerde doelstellingen, alsmede gegevens over de doelmatigheid van het beleid, alle al dan niet verkregen uit beleidsevaluatieonderzoek;

b. waar mogelijk doelmatigheidsgegevens, al dan niet verkregen uit beleidsevaluatieonderzoek, voor de in het eerste lid bedoelde apparaatsuitgaven.

6. De begroting kan drie niet-beleidsartikelen bevatten, te weten:

a. een begrotingsartikel met de omschrijving Algemeen voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten die niet aan een beleidsartikel worden toegedeeld;

b. een begrotingsartikel met de omschrijving Geheim voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten waarvoor geldt dat openbaarmaking via toedeling aan een beleidsartikel niet in het belang van de staat is;

c. een administratief begrotingsartikel met de omschrijving Nominaal en onvoorzien.

7. De bij het administratieve begrotingsartikel Nominaal en onvoorzien opgenomen bedragen voor verplichtingen en voor uitgaven kunnen zowel positief als negatief zijn.

8. Ten laste van het begrotingsartikel Nominaal en onvoorzien kunnen geen uitgaven worden gedaan en verplichtingen worden aangegaan; de bedragen worden bij een wijziging van de begroting toegedeeld aan een ander begrotingsartikel en wel zodanig dat in het betrokken jaarverslag de gerealiseerde bedragen bij het begrotingsartikel Nominaal en onvoorzien uitkomen op nihil.

9. De toelichting bij de begroting biedt per niet-beleidsartikel meerjarig in elk geval inzicht in:

a. de beschikbare bedragen voor het aangaan van verplichtingen;

b. de beschikbare bedragen voor het verrichten van programma-uitgaven;

c. de beschikbare bedragen voor het doen van apparaatsuitgaven

d. de bedragen die aan ontvangsten zijn geraamd.

Het vierde lid is van toepassing.

10. In afwijking van het zesde lid en in overeenstemming met Onze Minister van Financiën kan de begroting andere niet-beleidsartikelen bevatten.

Artikel 9

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari van het jaar waarop de vaststelling van de begroting betrekking heeft. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie,

Begrotingsstaat behorende bij de Wet van , Stb. Begroting 2002Ministerie van Justitie

(Bedragen x € 1 000)

 OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begroting 
  verplichtingenuitgavenontvangsten
     
 Totaal4 806 7894 809 605839 355
     
 Totaal Beleidsartikelen4 667 5214 668 205836 694
     
1.1.Strategie11 91012 59191
     
2.1.Wetgeving7 8787 878 
2.2.Wetgevingskwaliteitsbeleid4 2444 244 
     
3.1.Criminaliteitspreventie29 92529 92513 852
3.2.Slachtofferzorg14 29514 295 
3.3.Rechtshandhaving453 322453 32258 674
3.4.Jeugdbescherming504 398504 4025 098
     
4.1.Rechtspleging710 734710 734110 019
4.2.Rechtsbijstand309 084309 0844 129
4.3.Schuldsanering natuurlijke personen10 36710 367 
4.4.Juridische dienstverlening8 2778 277 
     
5.1.Tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties1 265 9041 265 904 
5.2.Ontvangsten uit boeten en transacties51 13951 139476 914
     
6.1.Toelating asiel en regulier262 857262 857 
6.2.Asielopvang895 326895 326167 917
6.3.Toezicht en terugkeer vreemdelingen127 859127 859 
     
 Totaal niet-beleidsartikelen139 268141 4002 661
     
7.1.Algemeen137 314139 4462 661
7.2.Nominaal en onvoorzien   
7.3.Geheime uitgaven1 9541 954 

Mij bekend,

De Minister van Justitie,

Begrotingsstaat behorende bij de Wet van , Stb. Begroting 2002Ministerie van JustitieOnderdeel baten-lastendiensten

(Bedragen x € 1 000)

Naam baten-lastendiensttotaal batentotaal lastensaldo baten en lasten
Immigratie- en Naturalisatie Dienst317 152317 1520
Dienst Justitiële Inrichtingen1 298 4621 298 4620
Centraal Justitieel Incassobureau51 45651 4560
    
Totaal1 667 0701 667 0700
Naam baten-lastendiensttotaal kapitaal uitgaventotaal kapitaal ontvangsten
Immigratie- en Naturalisatie Dienst30 02618 151
Dienst Justitiële Inrichtingen65 94234 034
Centraal Justitieel Incassobureau20 08414 203
   
Totaal116 05266 388

Mij bekend,

De Minister van Justitie,

Naar boven