27 873
Wijziging van de Ziektewet en enkele andere wetten in verband met de invoering van eigenrisicodragen door de werkgever (Wet eigenrisicodragen Ziektewet)

nr. 282c
NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID1

Vastgesteld 16 september 2002

Naar aanleiding van de memorie van antwoord bestond binnen de commissie nog aanleiding tot het stellen van enkele nadere vragen en het maken van enkele nadere opmerkingen.

De leden van de CDA-fractie waren ook door de beantwoording in de memorie van antwoord nog niet overtuigd van de urgentie van het voorliggende wetsvoorstel. De directe financiële prikkel is in de Tweede Kamer reeds voldoende besproken en kon toch ook niet op een aansprekende wijze worden uitgelegd. Wel is het van belang, waar maar enigszins mogelijk, bedrijven – werkgevers én werknemers – hun eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot ziekteverzuim, enz. te doen beleven.

Hiertegenover staat dat voor vermoedelijk een betrekkelijk klein aantal werkgevers het premie-inningssysteem zal moeten worden aangepast, waarmede aanzienlijk tijd en geld zal zijn gemoeid, nog los van het feit dat het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV) verantwoordelijk blijft.

Het is dan ook de vraag – en de leden van de CDA-fractie wilden deze vraag nu ook graag aan de nieuwe bewindslieden voorleggen – òf deze extra inspanningen en tijd, mede gelet op de grote problemen bij het UWV en nu ook tegen de achtergrond van de afschaffing van de Pemba-boete voor kleine bedrijven op dit moment verantwoord zijn.

De leden van de VVD-fractie hadden nog enkele vragen aan de staatssecretaris.

Op bladzijde 9 van de memorie van antwoord stelt de staatssecretaris dat in de Ziektewet een maximale uitkeringsduur geldt van 52 weken en dat er geen mogelijkheid is deze uitkeringsduur te verlengen. In de memorie wordt meermaals gesteld dat de UWV de periode waarover de eigenrisicodrager het ziekengeld moet betalen kan verlengen, indien de eigen risicodrager niet meewerkt aan de reïntegratie. Kan dan wel de periode van 52 weken worden overschreden? Zo ja, is er dan sprake van de mogelijkheid van uitstel van de WAO beoordeling en hoe verhoudt zich dit dan tot de zinsnede in het overzicht «niet van toepassing» onder de kolom eigenrisidodrager?

In het overzicht op bladzijde 9 waar de verschillen c.q. parallellen worden geschetst tussen de BW werkgever en de eigenriscodrager staat dat de BW werkgever verantwoordelijk is voor de reïntegratie. Het overeenkomstige «vakje» met betrekking tot de eigen risicodrager is blanco, hetgeen inhoudt dat deze niet verantwoordelijk is voor reïntegratie. Echter in de tekst op bladzijde 10 staat dat de eigen risicodrager wel verantwoordelijk is voor reïntegratie. Kan de staatssecretaris dit verklaren?

De leden van de PvdA-fractie die konden instemmen met het toekennen van de mogelijkheid ook voor de zogenaamde vangnetziektewet-personen over te gaan tot het eigenrisicodragen door de werkgever, hadden nog enkele vragen rondom de uitvoering.

Uit de antwoorden aan de CDA-fractie meenden zij te mogen opmaken dat de thans bestaande situatie waarbij vangnetgevallen moeten worden gemeld bij de diverse deelsectoren van het UWV (bijv. UWV/SFB of UWV Cadans) tot het verleden zal gaan behoren en alle vangnetziektewetgevallen gemeld moeten worden bij UWV/GAK. Vanaf wanneer zal dit het geval zijn? Kan hieruit worden afgeleid dat bestaande problemen tot het verleden zullen gaan behoren? Zij doelden hierbij onder meer op de problemen rondom de door het UWV kantoor zogenaamd niet ontvangen meldingen (dit verplicht de werkgever/Arbo-dienst alle meldingen per fax met ontvangstbewijs te doen) en de verschillende formulieren per UWV/sector (het is voor een Arbo-dienst welhaast ondoenlijk per UWVkantoor/sector een ander formulier in te vullen).

In geval van zogenaamd «zieke werknemers« speelt ook het probleem dat alleen de betrokken werknemer als belanghebbende in bezwaar kan gaan tegen het niet ontvangen van de uitkering. Zowel de werkgever – die formeel verantwoordelijk is als de Arbodienst, die veelal de melding zal hebben verzorgd, kunnen geen actie ondernemen waar zij niet ontvankelijk zijn. De uitvoeringsproblemen en de praktische problemen die hierdoor ontstaan zijn buitengewoon onaangenaam. Is hiervoor een oplossing denkbaar?

Hoewel de leden van de PvdA-fractie graag overtuigd waren door de positieve instelling van de staatssecretaris om te komen tot een betere begeleiding van zieke werknemers in de vangnetconstructie, moesten zij in de praktijk vaststellen dat er nog weinig van te merken is geweest. Zij hoopten dit te mogen toeschrijven aan de nog maar korte werkingsperiode van de wet Poortwachter, maar vreesden – gezien de berichtgeving deze zomer over het nog in jaren niet op orde zijn van het UWV – dat dit ook hier een negatief effect zal hebben.

Vanuit hun beginvisie: de keuze voor eigen risicodragen mag geen noodsprong worden omdat het UWV niet functioneert, hadden zij graag een nadere reactie van de staatssecretaris op de gestelde uitvoeringsvragen.

De voorzitter van de commissie,

Kneppers-Heijnert

De griffier van de commissie,

Nieuwenhuizen


XNoot
1

Samenstelling: Ginjaar (VVD), Jaarsma (PvdA), Van Leeuwen (CDA), Van den Berg (SGP), Hofstede (CDA), Bierman (OSF), Hessing (D66), Ruers (SP), Wolfson (PvdA), (plv. voorzitter), De Vries (ChristenUnie), Lodders-Elfferich (CDA), Swenker (VVD), Kneppers-Heijnert (VVD), (voorzitter) en De Wolff (GL).

Naar boven