nr. 254
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het Markermeer
aan te wijzen als buitenwater in de zin van de Wet op de waterkering;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
De Wet op de waterkering wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 1 wordt in de definitie van dijkringgebied, respectievelijk
buitenwater, telkens na «het IJsselmeer» ingevoegd: , bij hoog
water van het Markermeer.
B
In artikel 15, eerste lid, wordt in onderdeel b, na «het IJsselmeer»
ingevoegd: of het Markermeer.
C
Bijlage I wordt vervangen door de als bijlage bij deze wet gevoegde bijlage
I.
D
In bijlage II, inhoudende «Dijkringgebieden en veiligheidsnormen»,
wordt in de eerste en tweede kolom van de tabel na nummer 13 ingevoegd:
Artikel 2
Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand
na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,