27 571
Wijziging van de Comptabiliteitswet houdende uitbreiding van de onderzoeksbevoegdheden van de Algemene Rekenkamer ten aanzien van de besteding van gelden die ten laste komen van de begroting van de Europese Unie (achtste wijziging van de Comptabiliteitswet)

nr. 62
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

9 oktober 2001

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Comptabiliteitswet te wijzigen teneinde te komen tot uitbreiding van de onderzoeksbevoegdheden van de Algemene Rekenkamer ten aanzien van de besteding van gelden die ten laste komen van de begroting van de Europese Unie;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Comptabiliteitswet wordt als volgt gewijzigd.

A. Na artikel 22 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 22A

1. Onverminderd het anders bij wet bepaalde, heeft Onze Minister wie het aangaat de in de volgende leden vermelde bevoegdheden ten aanzien van rechtspersonen, commanditaire vennootschappen, vennootschappen onder firma en natuurlijke personen die een beroep of bedrijf uitoefenen aan wie door de Raad van de Europese Unie, het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk of de Commissie van de Europese Gemeenschappen op grond van een vastgesteld programma rechtstreeks of middellijk een subsidie wordt verstrekt.

2. Onze Minister wie het aangaat kan kennis nemen van jaarrekeningen en daarop betrekking hebbende rapporten van hen die deze jaarrekeningen hebben gecontroleerd.

3. Indien de bescheiden, bedoeld in het tweede lid, Onze Minister wie het aangaat daartoe aanleiding geven, of een of meer bescheiden ontbreken, is Onze Minister wie het aangaat bevoegd bij de betrokken rechtspersoon, commanditaire vennootschap, vennootschap onder firma of natuurlijke persoon die een beroep of bedrijf uitoefent daarover nadere inlichtingen in te winnen dan wel inzage in documenten en andere informatiedragers te vorderen, alsmede, mede aan de hand van de administratie van de betrokken rechtspersoon, vennootschap of natuurlijke persoon dan wel bij de derde die de administratie in opdracht van de rechtspersoon, vennootschap of natuurlijke persoon voert, een onderzoek in te stellen. Artikel 54, eerste lid, is van overeenkomstige toepassing.

4. De in de voorgaande leden vermelde bevoegdheden zijn gericht op nakoming van de bij of krachtens de oprichtingsverdragen van de Europese Gemeenschappen aan de lidstaat opgelegde verplichtingen aangaande beheer, controle of toezicht ten aanzien van de rechtmatige en doelmatige besteding van subsidies als bedoeld in het eerste lid.

5. Onze Minister wie het aangaat kan de in dit artikel vermelde bevoegdheden uitoefenen zolang als en over de jaren dat de Staat daarbij belang heeft.

B. Na artikel 59 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 59A

1. Onverminderd het anders bij wet bepaalde, heeft de Algemene Rekenkamer de in de volgende leden vermelde bevoegdheden ten aanzien van rechtspersonen, commanditaire vennootschappen, vennootschappen onder firma en natuurlijke personen die een beroep of bedrijf uitoefenen aan wie door de Raad van de Europese Unie, het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk of de Commissie van de Europese Gemeenschappen op grond van een vastgesteld programma rechtstreeks of middellijk een subsidie wordt verstrekt.

2. Aan de hand van dossiers aanwezig bij Onze Minister wie het aangaat kan de Rekenkamer kennis nemen van jaarrekeningen, daarop betrekking hebbende rapporten van hen die deze jaarrekeningen hebben gecontroleerd en overige bescheiden, en kan zij bij Onze Minister daarover nadere inlichtingen inwinnen.

3. Indien de bescheiden, bedoeld in het tweede lid, haar daartoe aanleiding geven, of een of meer bescheiden ontbreken, is de Rekenkamer bevoegd bij de betrokken rechtspersoon, commanditaire vennootschap, vennootschap onder firma of natuurlijke persoon die een beroep of bedrijf uitoefent daarover nadere inlichtingen in te winnen dan wel inzage in documenten en andere informatiedragers te vorderen, alsmede, mede aan de hand van de administratie van de betrokken rechtspersoon, vennootschap of natuurlijke persoon dan wel bij de derde die de administratie in opdracht van de rechtspersoon, vennootschap of natuurlijke persoon voert, een onderzoek in te stellen. Onze Minister wie het aangaat wordt door de Rekenkamer van haar voornemen een dergelijk onderzoek in te stellen in kennis gesteld. Artikel 54, eerste lid, is van overeenkomstige toepassing.

4. De in de voorgaande leden vermelde bevoegdheden zijn gericht op oordeelsvorming over het door Onze Minister gevoerde beleid ter nakoming van de bij of krachtens de oprichtingsverdragen van de Europese Gemeenschappen aan de lidstaat opgelegde verplichtingen aangaande beheer, controle of toezicht ten aanzien van de rechtmatige en doelmatige besteding van subsidies als bedoeld in het eerste lid.

5. De Rekenkamer kan de in dit artikel vermelde bevoegdheden uitoefenen zolang als en over de jaren dat de Staat daarbij belang heeft.

6. Artikel 59, vierde, vijfde, elfde, twaalfde, dertiende, veertiende en vijftiende lid, is van overeenkomstige toepassing.

7. De Rekenkamer voert overleg met de Europese Rekenkamer teneinde te komen tot afspraken over de te hanteren normen en criteria bij het in dit artikel bedoelde onderzoek en over de wijze van samenwerking met de Europese Rekenkamer.

8. De artikelen 5:12, 5:13, 5:15 en 5:17 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van het gebruik van de bevoegdheid vermeld in het derde lid.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2002, treedt zij in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Financiën,

Naar boven