27 214
Wijziging van de Provinciewet in verband met vermindering van het aantal leden van provinciale staten en gedeputeerde staten

nr. 2
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

1

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 september 2002

Bijgaand zend ik u ter kennisneming een afschrift2 van mijn brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Mij is gebleken dat bij een aantal fracties de opvatting leeft dat de vermindering van het aantal leden van provinciale staten gekoppeld zou moeten worden aan de dualisering van het provinciebestuur. Er kon nog geen datum voor mondelinge behandeling worden vastgesteld. Ik merk op dat mijn ambtsvoorganger in de memorie van antwoord reeds is ingegaan op de vraag waarom niet gewacht hoeft te worden met de behandeling van het onderhavige wetsvoorstel tot het wetsvoorstel dualisering provinciebestuur bij uw Kamer in behandeling is. Kortheidshalve verwijs ik naar de betreffende passage. Ik zou dan ook opnieuw ervoor willen pleiten het wetsvoorstel vermindering van het aantal leden van provinciale staten en gedeputeerde staten zo spoedig mogelijk te behandelen, zodat er – vooral met het oog op de interne kandidaatstellingsprocedures bij de politieke partijen – op korte termijn duidelijkheid komt over het aantal zetels in provinciale staten.

De Minister van Bnnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes


XNoot
1

De eerder verschenen stukken inzake dit wetsvoorstel zijn gedrukt onder EK nr. 318, vergaderjaar 2000–2001 en EK nrs. 51 t/m 51e, vergaderjaar 2001–2002

XNoot
2

Is ter inzage gelegd op het Centraal Informatiepunt onder griffienr. 129043.

Naar boven