27 039
Wijziging van artikel 45 van de Politiewet 1993 in verband met het stellen van regels ten aanzien van het vermogen van de regio's

nr. 50
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT2

Vastgesteld 9 oktober 2001

Na ontvangst van de memorie van antwoord had de commissie nog behoefte de regering een enkele vraag te stellen en een enkele opmerking voor te leggen.

De leden van de fractie van het CDA vroegen of de minister wil aangeven in welke mate op de balansen van de politieregio's een eigen vermogen staat dat samenhangt met historische factoren zoals de grond en de gebouwen van de vroegere gemeentepolitie. Zijn er, met andere woorden, geen grote verschillen welke niet samenhangen met het niet-aanwenden van ontvangen middelen? Normering van het eigen vermogen kan dan toch niet plaatsvinden?

Alle leden van de commissie merkten op de openbare behandeling van dit wetsvoorstel eerst te willen aanvangen nadat de door de minister toegezegde ontwerp-algemene maatregel van bestuur aan de Kamer is toegezonden.

Vertrouwende dat op bovenstaande opmerkingen en vragen tijdig voor de openbare behandeling schriftelijk zal zijn gereageerd, acht de commissie deze hiermee voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Witteveen

De griffier van de commissie,

Nieuwenhuizen


XNoot
1

De eerder verschenen stukken inzake dit wetsvoorstel zijn gedrukt onder EK nrs. 251 en 251a, vergaderjaar 2000–2001.

XNoot
2

Samenstelling: Holdijk (SGP), Rensema (VVD), Bierman (OSF), Van Heukelum (VVD), Luijten (VVD)(plv.voorzitter), Ruers (SP), Terlouw (D66), Pastoor (CDA), Bemelmans-Videc (CDA), Dölle (CDA), Tan (PvdA), Platvoet (GL), Witteveen (PvdA) (voorzitter).

Naar boven