26 822
Invoering Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte (Overgangsrecht)

nr. 112
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE BIJZONDERE COMMISSIE VOOR DE HERZIENING VAN HET BURGERLIJK WETBOEK²

Vastgesteld 13 november 2001

Het voorbereidend onderzoek gaf aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

Artikel 129

Naar aanleiding van de bijdrage van C.A. Kraan in WPNR 6437 (2001), met name blz. 268, vroeg de commissie zich af of artikel 129 nog aanpassing behoeft. Kort samengevat signaleert Kraan dat artikel 129 weliswaar de langstlevende echtgenoot of geregistreerde partner ten behoeve van wie door de erflater een uiterste wilsbeschikking is gemaakt beschermt, maar niet de overige erfgenamen die zelf bijvoorbeeld krachtens een ouderlijke boedelverdeling in de zin van artikel 4:1167 BW een niet opeisbare vordering verkrijgen. Gaarne verneemt de commissie in deze de zienswijze van de minister.

De voorzitter van de bijzondere commissie,

Van de Beeten

De bijzondere griffier van de commissie,

Huijgen

---

1 Het eerder verschenen stuk inzake dit wetsvoorstel is gedrukt onder EK nr. 297, vergaderjaar 2000–2001.

2 Samenstelling: Holdijk (SGP), Le Poole (PvdA), Ruers (SP), Van de Beeten (CDA) (voorzitter), Hessing (D66), De Wolff (GL) en Broekers-Knol (VVD).