26 258
Wijziging van de Waarborgwet 1986 met betrekking tot de uitoefening van toezicht op de naleving

nr. 267
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 maart 2002

Op 2 oktober 2001, tijdens de behandeling in de Eerste Kamer van het voorstel tot wijziging van de Waarborgwet 1986 met betrekking tot de uitoefening van toezicht op de naleving, heb ik toegezegd om zo spoedig mogelijk een wetswijziging in te dienen om de zogenaamde negatieve gehaltespelingen in de wet te laten vervallen. Middels deze brief wil ik u informeren over de huidige stand van zaken.

In het najaar van vorig jaar heb ik eerst de betrokken branche-organisaties, de Federatie Goud en Zilver, de beide waarborginstellingen en de Consumentenbond gevraagd naar hun opvattingen over deze wetswijziging, met name ook omdat deze beoogde wetswijziging een zwaardere keuring inhoudt. Uit de ontvangen reacties is gebleken dat dit voorstel breed gedragen wordt.

De ambtelijke voorbereiding van het wetsvoorstel is inmiddels nagenoeg afgerond. Op donderdag 21 maart a.s. zal het op de agenda van het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) staan. Naar verwachting zal het wetsvoorstel met betrekking tot het laten vervallen van de negatieve gehaltespelingen dan ook nog deze maand aan de Ministerraad kunnen worden aangeboden.

Tenslotte maak ik ook graag van deze gelegenheid gebruik om u te melden dat de eerder genoemde wijziging van de Waarborgwet 1986 met betrekking tot de uitoefening van toezicht op de naleving op 11 maart jongstleden in werking is getreden. Per die datum behoort het toezicht op naleving van de wet niet meer tot de taken van een waarborginstelling en is Verispect B.V. uit Delft aangewezen als toezichthouder. Ook op 11 maart 2002 is Edelmetaal Waarborg Nederland B.V. aangewezen als waarborginstelling, waardoor er vanaf die datum sprake is van concurrentie op de keuringsmarkt van edelmetalen werken.1

Ik ga er van uit dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd over de voortgang van dit wetsvoorstel.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

G. Ybema


XNoot
1

De eerder verschenen stukken inzake dit wetsvoorstel zijn gedrukt onder EK nrs. 216 en 216a, vergaderjaar 1999–2000; 10 t/m 10e, vergaderjaar 2000–2001.

Naar boven