nr. 3c
MOTIE VAN HET LID TIMMERMAN-BUCK C.S.
Voorgesteld 23 april 2002
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat krachtens het voorstel van wet voor regels voor de
bewaring, het beheer en de verstrekking van gegevens van donoren bij kunstmatige
donorbevruchting de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting oordeelt
over verstrekking van gegevens van de donor aan de in artikel 3 lid 1 genoemde
personen;
constaterende, dat de Stichting een bestuursorgaan is in de zin van de
Algemene Wet Bestuursrecht en dat van het oordeel van de Stichting beroep
openstaat bij de bestuursrechter nu in het wetsvoorstel geen wettelijke grondslag
is gegeven voor een andere rechtsgang;
overwegende, dat het feit dat de Stichting een bestuursorgaan is niet
zonder meer noopt tot de mogelijkheid van beroep bij de bestuursrechter;
overwegende, dat bij de onderhavige belangenafweging de privacy van de
donor en het belang van het kind in geding zijn en dat tevens het wetsvoorstel
zo moet worden begrepen dat bij de verschaffing van persoonsidentificerende
gegevens in beginsel het belang van het kind doorslaggevend gewicht moet worden
toegekend;
overwegende voorts, dat rechten en belangen van kinderen alsmede mogelijk
gerechtvaardigde inbreuken daarop bij uitstek het werkterrein van de familierechter
vormen en dat derhalve tevens de rechtseenheid gediend is met het openstellen
van beroep bij de familierechter indien de Stichting voor de verzoeker negatief
heeft geoordeeld;
verzoekt de regering een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer in te dienen
waarin het voorliggende wetsvoorstel, indien dit kracht van wet heeft gekregen,
wordt gewijzigd in dier voege dat beroep open zal staan op de familierechter
in plaats van op de bestuursrechter;
en gaat over tot de orde van de dag.
Timmerman-Buck
Le Poole
Holdijk
Kohnstamm
Van de Beeten