27 893
Wijziging van de Visserijwet 1963 (uitvoering Overeenkomst inzake grensoverschrijdende visbestanden)

nr. 404
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

13 september 2001

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien horen of lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is ter uitvoering van de op 4 augustus 1995 te New York tot stand gekomen Overeenkomst over de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 die betrekking hebben op de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestanden (Trb. 1996, 277 en Trb. 2000, 40), rechtsmacht te creëren ten aanzien van buitenlandse vaartuigen die buiten de visserijzone op volle zee varen en die een overtreding van een beheers- of instandhoudingsmaatregel van een regionale visserijorganisatie begaan;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 58 van de Visserijwet 1963 komt als volgt te luiden:

Artikel 58

De Nederlandse strafwet is mede van toepassing op een ieder die zich buiten Nederland,

a. binnen de visserijzone schuldig maakt aan de krachtens de artikelen 3a, 4 en 5 strafbaar gestelde gedragingen;

b. buiten de visserijzone schuldig maakt aan de krachtens artikel 3a strafbaar gestelde gedragingen, voorzover het betreft de overtreding van regelen gesteld ter uitvoering van besluiten van een regionale visserijorganisatie houdende beheers- en instandhoudingsmaatregelen genomen op grond van de op 4 augustus 1995 te New York tot stand gekomen Overeenkomst over de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van de Verenigde naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 die betrekking hebben op de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en over grote afstanden trekkende visbestanden.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Naar boven