nr. 404
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien horen of lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is ter uitvoering
van de op 4 augustus 1995 te New York tot stand gekomen Overeenkomst
over de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties
inzake het recht van de zee van 10 december 1982 die betrekking hebben
op de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over
grote afstanden trekkende visbestanden (Trb. 1996, 277 en Trb. 2000, 40),
rechtsmacht te creëren ten aanzien van buitenlandse vaartuigen die buiten
de visserijzone op volle zee varen en die een overtreding van een beheers-
of instandhoudingsmaatregel van een regionale visserijorganisatie begaan;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Artikel 58 van de Visserijwet 1963 komt als volgt te luiden:
Artikel 58
De Nederlandse strafwet is mede van toepassing op een ieder die zich buiten
Nederland,
a. binnen de visserijzone schuldig maakt aan de krachtens de artikelen
3a, 4 en 5 strafbaar gestelde gedragingen;
b. buiten de visserijzone schuldig maakt aan de krachtens artikel 3a strafbaar
gestelde gedragingen, voorzover het betreft de overtreding van regelen gesteld
ter uitvoering van besluiten van een regionale visserijorganisatie houdende
beheers- en instandhoudingsmaatregelen genomen op grond van de op 4 augustus
1995 te New York tot stand gekomen Overeenkomst over de toepassing van de
bepalingen van het Verdrag van de Verenigde naties inzake het recht van de
zee van 10 december 1982 die betrekking hebben op de instandhouding
en het beheer van de grensoverschrijdende en over grote afstanden trekkende
visbestanden.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,