nr. 286
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is voor het tijdvak
van 1 juli 2001 tot en met 30 juni 2002 enige huursubsidieparameters aan te
passen met het in de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 15
van de Huurprijzenwet woonruimte, genoemde maximale huurverhogingspercentage,
en de vermogensgrenzen, genoemd in de Huursubsidiewet en de Wet bevordering
eigenwoningbezit, met ingang van 1 juli 2001 niet aan te passen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
De bedragen die zijn genoemd in de artikelen 13, eerste lid, onderdelen
a en b (maximale huurgrenzen), en 20, eerste en tweede lid (kwaliteitskortingsgrens
en aftoppingsgrenzen), van de Huursubsidiewet worden voor het tijdvak dat
loopt van 1 juli 2001 tot en met 30 juni 2002, in afwijking van artikel 27,
eerste en derde lid, van die wet, met ingang van 1 juli 2001 aangepast
met het in de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 15 van de
Huurprijzenwet woonruimte, genoemde maximale huurverhogingspercentage.
Artikel 2
1. De bedragen die zijn genoemd in de artikelen 15, eerste lid, van de
Huursubsidiewet, en 9, eerste lid, van de Wet bevordering eigenwoningbezit
worden, in afwijking van de artikelen 27, derde lid, van de Huursubsidiewet,
en 41, eerste lid, van de Wet bevordering eigenwoningbezit, met ingang van
1 juli 2001 niet aangepast.
2. In de artikelen 56a, onderdeel e, van de Huursubsidiewet, en 63a, onderdeel
f, van de Wet bevordering eigenwoningbezit vervalt de zinsnede «, welk
laatste bedrag met ingang van 1 juli 2001 bij ministeriële regeling wordt
aangepast aan de ontwikkeling van de consumentenprijzen (alle huishoudens)
in het jaar 2000, als in januari 2001 in de Staatscourant bekendgemaakt».
Artikel 3
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,