27 586
Wijziging van de Ziekenfondswet in verband met samentelling van uitkeringstijdvakken ingevolge de Werkloosheidswet voor de toepassing van artikel 3, eerste lid, onder a, van die wet, administratieve vereenvoudiging van de overgang van een particuliere ziektekostenverzekering naar de ziekenfondsverzekering en afschaffing van de nominale ziekenfondspremie voor personen jonger dan 18 jaar (Knelpunten Ziekenfondswet)

nr. 300
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

6 juni 2001

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is voor de toepassing van artikel 3, eerste lid, onder a, van de Ziekenfondswet uitkeringstijdvakken ingevolge de Werkloosheidswet samen te tellen, de overgang van een particuliere ziektekostenverzekering naar de ziekenfondsverzekering in administratief opzicht te vergemakkelijken en de nominale ziekenfondspremie voor personen jonger dan 18 jaar af te schaffen;

Zo is het dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In de Ziekenfondswet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

In artikel 1, eerste lid, onderdeel h, wordt «Vreemdelingenwet» vervangen door: Vreemdelingenwet 2000.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het elfde lid, wordt «Onze Minister van Binnenlandse Zaken» vervangen door: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

2. Er wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

13. Voor de toepassing van het eerste lid, onder a, sub 1e, worden perioden waarin recht op uitkering op grond van de Werkloosheidswet bestaat samengeteld indien het recht op uitkering na gehele eindiging van dat recht herleeft op grond van artikel 21 van die wet. Voor de toepassing van de eerste volzin worden met perioden waarin recht op uitkering op grond van de Werkloosheidswet bestaat gelijkgesteld, perioden waarin geen recht bestaat op die uitkering op grond van het feit dat betrokkene een uitkering krachtens de Ziektewet ontvangt.

C

In artikel 3c, achtste lid, wordt het woord «bedoed» vervangen door: bedoeld.

D

Artikel 3d wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde en achtste lid wordt na de zinsnede «het belastbare inkomen uit sparen en beleggen,» een zinsnede ingevoegd, luidende: bedoeld in de Hoofdstukken 3, 4 en 5 van de Wet inkomstenbelasting 2001,.

2. In het achtste lid wordt de puntkomma vervangen door een komma.

E

Na artikel 3d wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3e

1. Verzekerd is degene jonger dan 65 jaar die naar de omstandigheden beoordeeld hier te lande woonachtig is en die:

a. een periodieke uitkering of verstrekking op grond van een rechtstreeks uit het familierecht voortvloeiende verplichting ontvangt, tenzij deze uitkering of verstrekking wordt ontvangen van bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of in de tweede graad van de zijlijn, en

b. medeverzekerd is ingevolge artikel 4, eerste lid, op de dag voorafgaande aan de dag waarop hij niet langer behoort tot het huishouden van de in die bepaling bedoelde verzekerde.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op:

a. degene die verzekerd is ingevolge het bepaalde bij of krachtens de artikelen 3 of 3d, dan wel die uitsluitend in verband met overschrijding van de voor de ziekenfondsverzekering geldende loon- of inkomensgrens niet verzekerd is;

b. degene wiens inkomen bedoeld in artikel 2.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001, meer bedraagt dan het in artikel 3d, eerste lid, genoemde bedrag;

c. degene die niet langer de in het eerste lid bedoelde periodieke uitkering of verstrekking ontvangt, tenzij de beëindiging van deze periodieke uitkering of verstrekking voortvloeit uit het ontvangen van een bij wijze van pensioenverevening ingevolge de Wet van 28 april 1994 tot vaststelling van regels met betrekking tot de verevening van pensioenrechten bij echtscheiding of scheiding van tafel en bed (Wet verevening pensioenrechten bij scheiding) (Stb. 1994, 342) ontvangen pensioen.

3. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld ter uitvoering van dit artikel.

F

Artikel 11a vervalt.

G

Onder verlettering van artikel 15b in artikel 15c wordt een nieuw artikel 15b ingevoegd, luidende:

Artikel 15b

1. Onverminderd hetgeen bij of krachtens artikel 17 omtrent de daar bedoelde nominale premie is bepaald, is de verzekerde, bedoeld in artikel 3e, een premie verschuldigd tot een door Onze Minister en Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tezamen te bepalen percentage over de periodieke uitkering of verstrekking. De geldswaarde van bedoelde verstrekking wordt gesteld op het bedrag dat bij de heffing ingevolge de Wet inkomstenbelasting 2001 in aanmerking wordt genomen.

2. De premie wordt per maand berekend en door het ziekenfonds waarbij de verzekerde is ingeschreven vastgesteld. Het ziekenfonds int de premie bij de verzekerde.

3. Voor de toepassing van dit artikel is artikel 9, tweede lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering van overeenkomstige toepassing.

4. Het ziekenfonds stort de in het tweede lid bedoelde premie in de Algemene Kas. Onze Minister kan aan het in het tweede lid bedoelde orgaan verplichtingen opleggen en voorschriften geven met betrekking tot de vaststelling, de invordering, de afdracht en de verantwoording van de premie.

5. Bij ministeriële regeling kunnen met betrekking tot de premieheffing nadere regels worden gesteld.

H

In artikel 17, eerste lid, wordt «Onverminderd hetgeen bij of krachtens de artikelen 15 of 15a omtrent de daarbedoelde procentuele premie is bepaald, wordt voor de verzekering van de verzekerde, artikel 3, eerste lid, onder a, of artikel 3d,» vervangen door: Onverminderd hetgeen bij of krachtens de artikelen 15, 15a of 15b omtrent de daarbedoelde procentuele premie is bepaald, wordt voor de verzekering van de verzekerde, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, artikel 3d of artikel 3e, van 18 jaar of ouder,.

I

Artikel 43b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt de komma na «is».

2. In het derde lid wordt «het College» telkens vervangen door: het College zorgverzekeringen.

3. In het vierde lid wordt «de Commissie» telkens vervangen door: het College toezicht.

J

Artikel 43d wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «het College» vervangen door: het College zorgverzekeringen.

2. In het eerste lid worden «de Commissie» en «de commissie» telkens vervangen door: het College toezicht.

K

In de tweede volzin van artikel 77 wordt «het College» vervangen door: de genoemde colleges.

L

In artikel 93a, eerste lid, vervalt «, 19».

ARTIKEL II

In de Wet medefinanciering oververtegenwoordiging oudere ziekenfondsverzekerden worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

In artikel 4, derde lid, wordt «de Algemene Kas, bedoeld in artikel 71, eerste lid, van de Ziekenfondswet» vervangen door: de Algemene Kas bedoeld in de Ziekenfondswet.

B

In artikel 13, negende lid, wordt «de Algemene Kas, bedoeld in artikel 71, eerste lid, van de Ziekenfondswet» vervangen door: de Algemene Kas bedoeld in de Ziekenfondswet.

ARTIKEL III

In de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

In artikel 4 wordt «de ziekenfondsen, de ziektekostenverzekeraars, de uitvoerende organen» vervangen door: de uitvoeringsorganen.

B

In artikel 9, vijfde lid, wordt «Het ziekenfonds, de ziektekostenverzekeraar of het uitvoerend orgaan,» vervangen door: Het uitvoeringsorgaan.

C

In artikel 32b, vierde lid, wordt: «, het ziekenfonds, de ziektekostenverzekeraar of het uitvoerend orgaan» vervangen door: en het uitvoeringsorgaan.

D

In artikel 32c, tweede lid, wordt: «, het ziekenfonds, de ziektekostenverzekeraar of het uitvoerend orgaan,» vervangen door: en het uitvoeringsorgaan.

E

In artikel 38a wordt «Artikel 38b van de Ziekenfondswet is» vervangen door: De artikelen 38b, 43e en 43f van de Ziekenfondswet zijn.

F

Artikel 40 wordt vervangen door:

Artikel 40

Artikel 1x7 van de Ziekenfondswet is van overeenkomstige toepassing.

G

Het zesde lid van artikel 42 komt te luiden:

6. Het College zorgverzekeringen kan aan een uitvoeringsorgaan toestemming verlenen een overeenkomst als bedoeld in het eerste lid te sluiten, welke afwijkt van het vierde en vijfde lid.

H

In artikel 62, tweede volzin, wordt «het College» vervangen door: het College zorgverzekeringen.

I

In artikel 68 wordt «in in artikel 56, derde lid» vervangen door: in artikel 56, derde lid.

ARTIKEL IV

Artikel 40, derde lid, van de Wet financiering volksverzekeringen wordt vervangen door:

3. Bij de vaststelling van de uitkeringen, bedoeld in het eerste en tweede lid, worden de uitgaven die het College van toezicht op de zorgverzekeringen, bedoeld in de Ziekenfondswet en verder te noemen: het College toezicht, niet verantwoord acht, buiten beschouwing gelaten.

ARTIKEL V

In artikel III, vijfde lid, van de Wet van 21 december 2000, houdende wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten in verband met de invoering van de mogelijkheid tot een vrijwillige voortzetting van de bijzondere ziektekostenverzekering ingevolge die wet en van de Wet financiering volksverzekeringen in samenhang daarmee (vrijwillige verzekering AWBZ) (Stb. 2000, 605) wordt «het ziekenfonds, de ziektekostenverzekeraar of de voor de uitvoering van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten toegelaten ziektekostenverzekeraar bij wie» vervangen door: het uitvoeringsorgaan waarbij.

ARTIKEL VI

Artikel XXII van de Wet van 27 maart 1999 tot wijziging van de Ziekenfondswet, de Wet tarieven gezondheidszorg en de Wet ziekenhuisvoorzieningen in verband met wijzigingen in de taak, samenstelling en werkwijze van de in die wetten geregelde bestuursorganen, alsmede wijziging van andere wetten in verband daarmee (uitvoeringsorganen volksgezondheid) (Stb. 1999, 185) vervalt.

ARTIKEL VII

Artikel XVI van de Wet van 13 december 2000 tot wijziging van de Ziekenfondswet en enige andere wetten in verband met de instelling van een onafhankelijk College van toezicht op de zorgverzekeringen (Instelling College van toezicht op de zorgverzekeringen) (Stb. 2001, 23) wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt de aanduiding «1.».

2. Het tweede lid vervalt.

ARTIKEL VIII

Van de Wet van 21 december 2000, houdende wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten in verband met de invoering van het gebruik van het sociaal-fiscaalnummer in die wet alsmede enkele wijzigingen van de Ziekenfondswet en enige andere wetten vervalt Artikel II, onderdeel C.

ARTIKEL IX (OVERGANGSBEPALING)

De voorwaarde genoemd in artikel 3e, eerste lid, onderdeel b, van de Ziekenfondswet geldt niet voor degene die op de dag van de inwerkingtreding van onderdeel E een periodieke uitkering of verstrekking op grond van een rechtstreeks uit het familierecht voortvloeiende verplichting ontvangt, tenzij deze uitkering of verstrekking wordt ontvangen van bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of in de tweede graad van de zijlijn, of bij wijze van pensioenverevening ingevolge de Wet van 28 april 1994 tot vaststelling van regels met betrekking tot de verevening van pensioenrechten bij echtscheiding of scheiding van tafel en bed (Wet verevening pensioenrechten bij scheiding) (Stb. 1994, 342) een pensioen ontvangt, en wiens inkomen bedoeld in artikel 2.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001, niet meer bedraagt dan het tot een jaarbedrag herleide minimumloon per maand, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.

ARTIKEL X

1. Artikel I, onderdelen A, B subonderdeel 1, C, D, F, I tot en met L, en de artikelen II tot en met VIII treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, waarbij artikel I, onderdeel D, subonderdeel 1, terugwerkt tot en met 1 januari 2001.

2. Artikel I, onderdeel H, treedt in werking met ingang van 1 juli 2001. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 juni 2001, treedt artikel I, onderdeel H, in werking met ingang van de dag na uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, en werkt dit onderdeel terug tot en met 1 juli 2001.

3. De overige artikelen, onderdelen en subonderdelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen, onderdelen of subonderdelen verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Naar boven