27 255
Samenvoeging van de gemeenten 's-Graveland, Nederhorst den Berg en Loosdrecht, tevens wijziging van de grens tussen de provincies Noord-Holland en Utrecht

nr. 253a
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 3 mei 2001

Het wetsvoorstel gaf alleen de leden van de GroenLinks-fractie aanleiding tot het stellen van een vraag. Ik spreek de hoop uit dat het voorstel nog voor het zomerreces door de Kamer kan worden behandeld, zodat – indien uw Kamer kan instemmen met het voorstel – de betrokken gemeenten voldoende tijd hebben om zich verder voor te bereiden op de samenvoeging.

De leden van de fractie van GroenLinks stelden de vraag hoe de bereikbaarheid van publieke voorzieningen, bijvoorbeeld het gemeentehuis in 's-Graveland, per openbaar vervoer kan worden bewerkstelligd. Zij merkten daarbij op dat een omweg via Hilversum wat hun betreft geen redelijk alternatief genoemd kan worden. Het nieuwe gemeentehuis zal naar zich nu laat aanzien gevestigd worden in 's-Graveland. Vanuit Nederhorst den Berg is 's-Graveland per bus nu en in de toekomst goed bereikbaar. Vanuit Loosdrecht bestaat geen rechtstreekse buslijn naar 's-Graveland. De reistijd van Loosdrecht naar 's-Graveland per bus via Hilversum inclusief overstaptijd bedraagt ongeveer een half uur. Vanaf de maand september van dit jaar zal de mogelijkheid bestaan om gebruik te maken van collectief vraagafhankelijk vervoer, genaamd de Openbaar Vervoer Taxi Noord-Holland, die mensen vervoert van en naar de plek die zij wensen. De kosten voor deze vorm van vervoer bedragen voor de reis Loosdrecht–'s-Graveland f 3,00 voor reductiereizigers en f 5,00 voor vol-tarief betalende reizigers. Voorts vindt overleg plaats over het vestigen van gemeentelijke servicepunten in Loosdrecht en Nederhorst den Berg en over de mogelijkheden van serviceverlening via de elektronische snelweg. Hierop is ingegaan in de vijfde paragraaf van de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel aan de Tweede Kamer.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries