27 229 (R 1660)
Goedkeuring van het op 2 maart 2000 te Oranjestad, Aruba, totstandgekomen Verdrag inzake samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Verenigde Staten van Amerika betreffende toegang tot en gebruik van faciliteiten in de Nederlandse Antillen en Aruba voor drugsbestrijding vanuit de lucht (Trb. 2000, 34)

nr. 294a
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN1

Vastgesteld 19 juni 2001

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, wilde enkele opmerkingen maken en de volgende vragen stellen.

De leden van de PvdA-fractie hadden met grote belangstelling kennis genomen van de grondige behandeling van deze Rijkswet in het Koninkrijksparlement. Met instemming constateerden zij dat daarbij de stringente scheiding tussen dit FOL-verdrag en het plan Colombia voorop heeft gestaan en ook van regeringswege is gegarandeerd. Het zou ook niet aanvaardbaar zijn als Nederland ook maar op enigerlei wijze betrokken zou raken bij de in Colombia woedende «war on drugs» waarin geen (bestrijdings)middel wordt geschuwd en mensenrechtenschendingen aan de orde van de dag zijn.

Daarom nog maar een enkele vraag.

Het Koninkrijksparlement heeft een amendement Van Oven c.s. aangenomen (nr. 10) waarin een jaarlijkse evaluatie wordt geregeld. De minister zei in de Tweede Kamer dat hij hierover overleg zou moeten hebben met de Amerikaanse regering. Heeft dit overleg inmiddels plaats gevonden en wat is daarvan het resultaat?

Ook is van regeringswege toegezegd dat er goede controle op de werking van het Verdrag zal worden uitgeoefend waarbij er ook op zal worden toegezien dat informatie die buiten het kader van dit Verdrag valt (de zgn. bijvangst) niet voor andere doeleinden kan worden gebruikt. Deze leden wilden in dat verband graag weten hoe de functieomschrijving eruit ziet van de Nederlandse liaison-officier bij JIATF-East en wat zijn precieze instructies zullen zijn.

Deze leden zouden voorts inzicht willen hebben in en een overzicht van de verschillende uitvoeringsvoorschriften bij dit Verdrag.

Tenslotte: Artikel XXV bepaalt dat het verdrag alleen van toepassing is op het grondgebied (inclusief de territoriale zee) van de Nederlandse Antillen en Aruba. Kan aangegeven worden wanneer en op welke wijze de desbetreffende grenzen zijn vastgesteld en of daarbij ook rekening is gehouden met de «Exclusive Economic Zone» (200 km. uit de kust) die krachtens de «Law of the Sea» zou moeten gelden? Gelden die grenzen alleen voor de ABC-eilanden of ook voor de Bovenwindse Eilanden? En zo nee, waarom niet?

De leden van de fractie van GroenLinks constateerden eveneens dat de minister een duidelijke scheiding heeft geprobeerd aan te geven tussen het FOL-verdrag en het Plan Colombia en daarover toezeggingen verkregen zou hebben van de vorige en de huidige Amerikaanse regering. De FOL-vluchten zijn slechts gericht op het verzamelen van informatie over drugstransporten en voor zover er toch overige informatie beschikbaar zou komen mag deze niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan het onderscheppen van drugstransporten.

Is het niet zo, zo vroegen deze leden, dat het onderscheppen van drugstransporten ook een van de doelen is van het Plan Colombia en zo ja, wat houdt die formulering van «scheiding tussen FOL en Plan Colombia» dan precies in? Betreft het hier slechts een scheiding tussen het FOL-verdrag en de besproeiingen, waar de Minister in verschillende instanties specifiek aan refereert, of betreft het daadwerkelijk alle militaire anti-drugsoperaties die in Plan Colombia voorzien worden?

Betekent dit dat de Nederlandse regering tegen samenwerking met de VS is in het kader van het plan Colombia? Mogen de gegevens die verzameld worden middels de vluchten vanaf de Antillen in het kader van het FOL-verdrag gebruikt worden voor activiteiten in het kader van het Plan Colombia? Kan de minister garanderen dat de Nederlandse regering in staat is een volledige controle uit te oefenen over de vluchten die vanaf de Antillen in het kader van het FOL-verdrag plaatsvinden en is de volksvertegenwoordiging in staat een volledige controle uit te oefenen over de vluchten die vanaf de Antillen in het kader van het FOL-verdrag plaatsvinden?

Welke instanties zijn aan Colombiaanse kant verantwoordelijk voor de onderschepping van verdachte vluchten en voor eventuele operaties gericht tegen de locaties waar terugkerende vliegtuigen landen?

Een belangrijk en omstreden onderdeel van de Amerikaanse bijdrage aan Plan Colombia betreft het trainen, bewapenen en middels helikopters luchtmobiel maken van drie antinarcotica bataljons van de Colombiaanse strijdkrachten. Kan de Minister toezeggen dat geen informatie verzameld middels vluchten vanaf de FOL op Aruba en Curaçao doorgegeven zal worden aan deze bataljons?

De Amerikaanse regering heeft de Minister toegezegd dat via Southcom geen informatie afkomstig van FOL-vluchten zal worden doorgegeven ten behoeve van andere taken dan het onderscheppen van drugstransporten. Bij vluchten boven Colombiaans grondgebied vliegen echter ook Colombiaanse functionarissen mee. Hebben deze functionarissen toegang tot alle tijdens die vluchten verzamelde informatie? Heeft de Minister ook van de Colombiaanse regering een vergelijkbare toezegging gevraagd en gekregen? Bestaat er volgens de Minister niet het risico dat er via de communicatiekanalen van deze Colombiaanse functionarissen alsnog informatie gebruikt zal kunnen worden voor andere doeleinden?

De Nederlandse regering wenst geen bijdrage te leveren aan het Plan Colombia. Is de Regering zich ervan bewust dat het Plan wel degelijk wordt ondersteund doordat informatie, verkregen bij vluchten vanaf de FOL's bij het Colombiaanse leger terecht kunnen komen zonderdat het FOL-Verdrag wordt geschonden, namelijk door het meevliegen van Colombiaanse luchtwaarnemers bij vluchten boven Colombia?

Wat vindt de minister van de stelling dat de belofte van de Amerikaanse Minister van Buitenlandse Zaken dat de informatie, verkregen in het kader van het FOL-Verdrag niet in het kader van het Plan Colombia zal worden gebruikt, serieus moet worden gerelativeerd aangezien de vluchten boven Colombia niet in het kader van het FOL-Verdrag plaatsvinden maar in het kader van bilaterale afspraken tussen de VS en Colombia? Zullen de VS hierdoor niet, zonder deze belofte of het Verdrag te schenden, niet evengoed informatie die is verkregen middels vluchten die zijn uitgevoerd vanaf de FOL's kunnen doorgeven aan de Colombiaanse regering en/of het Colombiaanse leger?

Is de minister zich bewust van het feit, dat als de situaties zoals geschetst in bovenstaande vragen zich voordoen, ofwel als de situatie zich voordoet dat de VS hun belofte niet gestand doen en toch «FOL-informatie» gebruiken in het kader van het Plan Colombia, er dus toch «FOL-informatie» bij het Colombiaanse leger terechtkomt? Is de minister zich bewust van het feit dat, indien er daarnaast kan worden vastgesteld dat deze informatiestroom schendingen van internationaal recht in Colombia mogelijk maakt dan wel vergemakkelijkt, Nederland volkenrechtelijk aansprakelijk kan zijn op grond van medeplichtigheid aan die schendingen, dan wel op grond van schending van het beginsel dat een staat geen activiteiten op zijn grondgebied mag toelaten die de rechten van andere staten schenden?

Is de minister niet van mening dat, ook al is het causaal verband tussen het ter beschikking stellen van de FOL's en de schendingen van internationaal recht in Colombia moeilijk aan te tonen (Handelingen TK 79–5077), het enkele bestaan van een dergelijk verband tussen een door Nederland goed te keuren verdrag en genoemde schendingen voldoende zou moeten zijn om het verdrag goedkeuring te onthouden? Of is het feit dat de eventuele Nederlandse aansprakelijkheid in rechte wellicht moeilijk aan te tonen zal zijn voldoende grond om morele aansprakelijkheid af te wijzen?

De minister stelde tijdens de behandeling van het Verdrag in de Tweede Kamer dat «voor de aansprakelijkheid voor onrechtmatige daden van andere staten is vereist dat vanaf het begin duidelijk is dat de desbetreffende activiteit op zichzelf onrechtmatig is.» Dit is niet juist. Indien een op zichzelf rechtmatige activiteit (zoals in casu het bestrijden van drugshandel) onrechtmatige implicaties heeft (de schending van verschillende internationale normen, m.n. de mensenrechten) kan dat voldoende zijn om steun aan die activiteit als onrechtmatig te bestempelen. Er zijn vele aanwijzingen dat de activiteiten van de Amerikanen inderdaad dergelijke onrechtmatige implicaties hebben. Hoe denkt Nederland onder deze omstandigheden een volkenrechtelijke aansprakelijkheid te vermijden?

In juli 1999 stortte een US-Southcom RC-7 Airborne Reconnaissance Low (ARL) vliegtuig boven Colombia neer tijdens een antidrugs missie. Een bron met kennis van deze vlucht zei indertijd tegen het weekblad Newsweek: «Officieel worden we niet geacht de guerrilla in kaart te brengen, maar dat was wel precies wat ze aan het doen waren.»1 Is het de Minister bekend of dit vliegtuig indertijd van de FOL-infrastruktuur (in Manta of Aruba/Curaçao) gebruik maakte voor de vluchten boven Colombia? Zou de vervanging van dit toestel nu voor antidrugs missies toestemming krijgen om van de FOL gebruik te maken? Zou het via een zogenaamde «diplomatic clearance» toestemming kunnen krijgen om van de vliegvelden op Aruba en Curaçao gebruik te maken?

Artikel VII gaat over immuniteit voor de Amerikaanse medewerkers van de FOL's en hun gezinsleden. Zijn er al incidenten geweest met betrekking tot mogelijk strafbare feiten? Zo ja, welke juridische afwikkeling is toegepast?

Artikel XIV gaat over gelimiteerd wapengebruik van het personeel. Het gebied waarbinnen wapens gedragen worden is beperkt. De vraag van de leden van de fractie van GroenLinks is: beperkt tot wat? Hoe verhoudt dit gelimiteerd wapengebruik in een «beperkt» gebied zich tot de immuniteit?

Wat wordt er door Nederland en door de Europese Unie in Colombia gedaan in termen van sociale programma's, alternatieve ontwikkeling, mensenrechten, sociaal-economische verbetering, milieubescherming, hulp aan ontheemden?

Op welke termijn wordt de Kamer geïnformeerd over de uitvoering van plannen die een alternatief vormen voor Plan Colombia van de VS?

Is er, sinds de behandeling van het verdrag in de Tweede Kamer, nog iets te melden over de stand van zaken in de onderhandelingen tussen de VS en Venezuela?

Vertrouwende, dat deze vragen tijdig zullen worden beantwoord, achten de commissies de openbare beraadslaging over het onderhavige wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Van Gennip

De griffier van de commissie,

Baljé


XNoot
1

Samenstelling: Van Gennip (CDA), voorzitter, Van Eekelen (VVD), Roscam Abbing-Bos (VVD), plv. voorzitter, Van den Berg (SGP), Lycklama à Nijeholt (PvdA), Zwerver (GL), Ruers (SP), Van Thijn (PvdA), De Vries (ChristenUnie), Van der Linden (CDA), Rosenthal (VVD), Kohnstamm (D66) en Walsma (CDA).

XNoot
1

«We're not supposed to be monitoring guerrillas, but that's what they were doing.» Zie: Newsweek 9 Augustus 1999, «The Narco-Guerrilla War, A mysterious U.S. Army plane crash highlights the Pentagon's biggest covert operation in Latin America,» by Joshua Hammer and Michael Isikoff.

Naar boven