nr. 152
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regels
met betrekking tot de rechten en verplichtingen van echtgenoten en geregistreerde
partners te vereenvoudigen en in verband daarmee de titels 6 en 8 van Boek
1 van het Burgerlijk Wetboek te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 82 komt te luiden:
Artikel 82
Echtgenoten zijn jegens elkaar verplicht de tot het gezin behorende minderjarige
kinderen te verzorgen en op te voeden en de kosten van die verzorging en opvoeding
te dragen.
B
Artikel 83 vervalt.
C
Artikel 84 komt te luiden:
Artikel 84
1. De kosten der huishouding, daaronder begrepen de kosten van verzorging
en opvoeding van de kinderen, komen ten laste van het gemene inkomen van de
echtgenoten en, voor zover dit ontoereikend is, ten laste van hun eigen inkomens
in evenredigheid daarvan; voor zover de inkomens ontoereikend zijn, komen
deze kosten ten laste van het gemene vermogen en, voor zover ook dit ontoereikend
is, ten laste van de eigen vermogens naar evenredigheid daarvan. Een en ander
geldt niet voor zover bijzondere omstandigheden zich er tegen verzetten.
2. De echtgenoten zijn jegens elkaar verplicht dienovereenkomstig tot
de bestrijding van de in het eerste lid bedoelde uitgaven voldoende gelden
ter beschikking te stellen uit de onder hun bestuur staande goederen, voor
zover bijzondere omstandigheden zich daartegen niet verzetten.
3. Bij schriftelijke overeenkomst kan een van het eerste en tweede lid
afwijkende regeling worden getroffen.
4. Geschillen tussen de echtgenoten omtrent de toepassing van het eerste
tot en met derde lid worden door de rechtbank op verzoek van beiden of een
van hen beslist.
5. Op verzoek van beide of van een van de echtgenoten kan de rechtbank
een gegeven beschikking of een onderling getroffen regeling wijzigen op grond
van veranderde omstandigheden.
D
Artikel 85, tweede, derde en vierde lid vervallen.
E
In artikel 86, eerste lid, vervalt de laatste volzin.
F
Artikel 118 komt te luiden:
Artikel 118
De echtgenoot die onder curatele staat, kan na de huwelijksvoltrekking
slechts met toestemming van zijn curator huwelijkse voorwaarden maken of wijzigen.
G
Artikel 119 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Het verzoekschrift
kan zonder tussenkomst van een procureur worden ingediend.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. De gehele of gedeeltelijke goedkeuring wordt slechts geweigerd, indien
gevaar voor benadeling van schuldeisers bestaat, of indien een of meer voorwaarden
strijden met dwingende wetsbepalingen, de goede zeden of de openbare orde.
3. Het derde lid vervalt, onder vernummering van het vierde lid tot derde
lid.
H
Artikel 120 , derde lid, vervalt.
I
Artikel 168 vervalt.
ARTIKEL II
1. Regelingen in huwelijkse voorwaarden met betrekking tot de kosten van
de huishouding als bedoeld in artikel 84, die vóór het tijdstip
van inwerkingtreding van deze wet zijn gemaakt, kunnen na het tijdstip van
inwerkingtreding van deze wet bij schriftelijke overeenkomst worden gewijzigd
of ingetrokken.
2. De artikelen 118 tot en met 120 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek,
zoals deze luidden voor de datum van inwerkingtreding van deze wet, blijven
van toepassing op de voor dat tijdstip ingediende verzoekschriften tot verkrijging
van goedkeuring voor het maken of wijzigen van huwelijkse voorwaarden staande
het huwelijk als bedoeld in artikel 119 van dat boek.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Justitie,