27 034
Tijdelijke regels inzake het raadgevend correctief referendum (Tijdelijke referendumwet)

nr. 216g
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juli 2001

Op 10 juli jl. heeft de Eerste Kamer der Staten-Generaal de Tijdelijke referendumwet aanvaard (Kamerstukken 27 034). In artikel 171, eerste lid, van deze wet is bepaald dat zij in werking treedt met ingang van de eerste dag van de vierde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Met de werkzaamheden ter uitvoering van de wet zijn primair de gemeenten belast. Aangezien dezelfde uitvoerende instanties verantwoordelijk zijn voor de invoering van achtereenvolgens het nieuwe paspoort, de Tijdelijke referendumwet en de voorbereiding van de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2002, zal ik met het oog op de goede uitvoering van de wet, bevorderen dat de wet op 1 januari 2002 in werking treedt.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries


XNoot
1

Was abusievelijk gedrukt onder EK nr. 215g.

Naar boven