nr. 18a
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES
VAN STAAT1
Vastgesteld 21 november 2000
Het voorbereidend onderzoek gaf de leden van de fracties van SGP en RPF/GPV aanleiding tot het maken
van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.
De leden hier aan het woord hadden met belangstelling en goeddeels ook
met instemming van het onderhavige wetsvoorstel kennis genomen. Zij hadden
er evenwel behoefte aan de bewindslieden enkele vragen voor te leggen.
Deze leden vroegen of verklaard kan worden dat ondanks het feit dat de
controle aan de binnengrenzen is vervallen, het aantal uitgegeven nooddocumenten
is gestegen van zo'n 10 000 tot zo'n 18 000 per jaar. Voorts vroegen
deze leden op welke wijze – eventueel door middel van sanctie –
de naleving van de verplichting van nabestaanden om het paspoort van een overledene
in te leveren, zal worden gegarandeerd. Is hier niet het risico van misbruik
aanwezig?
Deze leden meenden te weten dat de voorgestelde aangifteplicht al drie
jaar geleden is uitgevoerd, maar dat deze tot nu toe niet veel effect heeft
gehad. Op grond waarvan verwacht de regering dat dit in de toekomst anders
zal zijn?
Indien de politie vervolgactiviteiten gaat ontplooien, zal dit dan geschieden
op basis van proces-verbaal of zal worden volstaan met een verklaring van
aangifte?
Deze leden vroegen verder of de overweging of tot weigering of vervallenverklaring
van een reisdocument zal worden overgegaan, naast het belang van het voorkomen
van misbruik, het belang c.q. de persoonlijke omstandigheden van de betrokkene
in de afweging zal worden betrokken.
Tenslotte stelden zij de vraag of, indien bij een weigering of vervallenverklaring,
een termijn is gesteld, op een nieuwe aanvraag positief beslist kan worden
als de gestelde termijn nog niet is verstreken. Dezelfde vraag stelden zij
in geval geen termijn is gesteld. Bij beide vragen gingen deze leden er van
uit dat zich na de weigering of vervallenverklaring zodanig gewijzigde omstandigheden
hebben voorgedaan dat langere weigering niet meer proportioneel zou zijn.
Vertrouwende, dat deze vragen tijdig zullen worden beantwoord, acht de
commissie de openbare beraadslaging over de onderhavige wetsvoorstellen voldoende
voorbereid.
De voorzitter van de commissie,
Witteveen
De griffier van de commissie,
Hordijk
1 Samenstelling: Holdijk (SGP), Rensema (VVD), Bierman (OSF),
Van Heukelum (VVD), Luijten (VVD), plv.voorzitter, Ruers (SP), Terlouw (D66),
Pastoor (CDA), Bemelmans-Videc (CDA), Dölle (CDA), Tan (PvdA), Platvoet
(GL) en Witteveen (PvdA), voorzitter.