26 079
Wijziging van titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot vakantie en ouderschapsverlof

nr. 15
NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID²

Vastgesteld 3 oktober 2000

Lezing van de memorie van antwoord heeft de commissie aanleiding gegeven tot het stellen van een enkele vraag. Overigens moge de commissie verwijzen naar haar voorbereidend onderzoek inzake wetsvoorstel 27 079.

De memorie van antwoord inzake wetsvoorstel 26 079 had de leden van de RPF/GPV-fractie, sprekende namens de SGP-fractie, op één punt niet bevredigd. Dat betreft de mogelijkheid van het opnemen van langdurig opgespaarde vakantie- en andere (bijvoorbeeld adv-)verlofdagen. Als een werknemer, voordat na vijf jaar de oudste van zijn opgespaarde dagen dreigen te verlopen, enkele maanden afwezig wil zijn, kan de werkgever dan, met een beroep op de in artikel 638, derde en zesde lid, genoemde «gewichtige redenen», een dergelijk voornemen verhinderen, omdat hij de werknemer zolang niet kan missen, waardoor opgespaarde verlofdagen vervallen of afgekocht moeten worden en de werknemer het doel van zijn verlofspaarzin niet bereikt? Verdient de werknemer in deze situatie niet méér wettelijke bescherming?

De voorzitter van de commissie,

Kneppers-Heijnert

De griffier van de commissie,

Nieuwenhuizen

---

1 De eerder verschenen stukken inzake dit wetsvoorstel zijn gedrukt onder EK nrs. 244 en 244a, vergaderjaar 1998–1999, 176 en 176a, vergaderjaar 1999–2000.

2 Samenstelling: Ginjaar (VVD), Jaarsma (PvdA), Veling (RPF/GPV), Van Leeuwen (CDA), Van den Berg (SGP), Hofstede (CDA), Bierman (OSF), Hessing (D66), Ruers (SP), Wolfson (plv. voorzitter), (PvdA), Swenker (VVD), Kneppers-Heijnert (VVD) (voorzitter), De Wolff (GL), Van de Beeten (CDA).