23 982
Voorstel van wet van het lid M. Vos tot wijziging van de Wet milieubeheer (duurzaam geproduceerd hout)

26 998
Voorstel van wet van het lid M. Vos tot wijziging van het Voorstel van wet van het lid M. Vos tot wijziging van de Wet milieubeheer (duurzaam geproduceerd hout)

nr. 173b
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de voorzitter van de vaste commissie voor Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Den Haag, 16 augustus 2001

Bij brief van 30 mei jl. gaf uw commissie te kennen het op prijs te stellen mijn visie te vernemen over het door KPMG opgestelde evaluatierapport omtrent de toepassing van de minimumeisen voor houtcertificering. Dit rapport en de reactie daarop van de staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, de Minister van Economische Zaken en van mij zijn recentelijk aan de Voorzitter van de Tweede Kamer aangeboden. Dit is de reden waarom ik eerst nu aan uw verzoek kan voldoen. Een exemplaar van het evaluatierapport1 en een afschrift van de beleidsreactie1 daarop doe ik u hierbij toekomen. Deze is tevens te beschouwen als mijn visie op het KPMG-rapport.

Hoewel in de beleidsreactie geen relatie is gelegd met het initiatiefvoorstel van wet van mevrouw Vos (GroenLinks) tot wijziging van de Wet milieubeheer (duurzaam geproduceerd hout), vertoont die voorgenomen inbedding van de (toepassing van de) minimumeisen voor houtcertificering in het accreditatie- en certificatiesysteem van de Raad voor Accreditatie overeenkomsten met onderdelen van dat initiatiefvoorstel. Indien dat initiatiefvoorstel tot wet wordt verheven, zal een belangrijk deel van het binnen die inbedding opgestelde certificatieschema ofwel van de beoordelingsrichtlijn kunnen worden benut voor de invulling van de krachtens die wet op te stellen uitvoeringsregelingen, zoals de voorschriften die bepalend zijn voor de vraag of er sprake is van een duurzaam beheerd bos.

Wat het kabinetsstandpunt over het initiatiefwetsvoorstel van mevrouw Vos betreft, meld ik u dat dit standpunt kort na het zomerreces zal worden vastgesteld en u zo spoedig mogelijk daarna zal worden toegezonden.

Ik vertrouw er op hiermede aan uw verzoek te hebben voldaan.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. P. Pronk


XNoot
1

Dit stuk is ter inzage gelegd op het Centraal Informatiepunt onder griffie nr. 127 422.

Naar boven