27 022
Wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen in verband met het vergroten van de effectiviteit van de uitvoering en de verbetering van de handhaving van die wet

nr. 251c
MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 15 september 2000

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van het voorlopig verslag van de Vaste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Eerste Kamer. Het doet mij genoegen dat de VVD-fractie meent dat de voorgestelde wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen verbeteringen inhouden. Wel heeft deze wet voor de leden aanleiding gegeven een aantal vragen te stellen met betrekking tot vreemdelingen met een reguliere vergunning en één vraag met betrekking tot de voorhangprocedure van de AMvB arbeidsmogelijkheden voor asielzoekers.

Ten eerste had de VVD-fractie een vraag over het punt van de inspanningsverplichting van zowel werkgever 1 (met wie een vreemdeling de arbeidsovereenkomst sluit) als werkgever 2 (de inlener). Vraag was of dit punt terugkomt in de uitvoeringsregels.

In het verlengde van bovengenoemd wetsvoorstel zal ook het Delegatie- en uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen worden aangepast. Geregeld zal worden dat de Wav-toets bij de inlenende werkgever vervalt indien de aard van de werkzaamheden deze toetsing niet zinvol maakt. Bij detachering in de ICT-sector zal dan ook de toets bij de inlenende werkgever vervallen en wordt bij een aanvraag om een tewerkstellingsvergunning alleen getoetst bij de detacheerder.

Ingaande op de tweede vraag – over de verplichte vacaturemelding bij arbeidsvoorziening bij herhaaldelijk gebleken afwezigheid van prioriteitsgenietend aanbod in de ICT sector – kan ik u het volgende zeggen:

De verplichte vacaturemelding bij Arbeidsvoorziening is reeds vervallen voor ICT-functies op HBO niveau en hoger. Dat betekent dat voor deze functies de aanvraagprocedure voor een tewerkstellingsvergunning met vijf weken bekort is. Eigen wervingsinspanningen blijven een verplichting die de Wav aan de werkgever oplegt. Weliswaar is er sprake van een krappe arbeidsmarkt in Nederland en de EER, maar dat ontslaat een werkgever niet van zijn verplichting om eerst binnen Nederland/de EER te zoeken naar prioriteitgenietend aanbod. Het overgrote deel van de vacatures bij ICT-bedrijven wordt overigens nog steeds met prioriteitgenietend aanbod vervuld. Wanneer een werkgever kan aantonen dat hij voldoende wervingsinspanningen heeft verricht zonder voldoende resultaat, heeft hij recht op een tewerkstellingsvergunning. In 1999 zijn 1725 vergunningen voor ICT-personeel afgegeven.

De vragen met betrekking tot het bepalen welke vacatures in welke branches en voor welke categorieën gemeld moeten worden bij Arbeidsvoorziening wordt als volgt beantwoord.

Arbeidsvoorziening bepaalt aan de hand van interne informatie over het aanbod van ingeschreven werkzoekenden of verplichting om een vacature te melden zinvol is of slechts een overbodige administratieve handeling. Voor de ICT-sector is door Arbeidsvoorziening aangegeven dat zij geen geschikt en beschikbaar ICT-aanbod van werkzoekenden heeft op HBO-niveau en hoger.

Dit betekent echter niet dat er elders geen prioriteitgenietend aanbod voor ICT-vacatures aanwezig is. Zo is er binnen de ICT-sector sprake van een grote doorstroom van werknemers.

Het feit dat voor vacatures in de ICT-sector op HBO-niveau en hoger de verplichte inschrijving bij het arbeidsbureau achterwege kan blijven betekent dat, zoals hierboven is aangegeven, de duur van de aanvraagprocedure om een tewerkstellingsvergunning met vijf weken wordt bekort.

Bedrijven die vacatures hebben, kunnen er zeker van zijn dat zij die binnen een redelijke tijd vervuld kunnen hebben; of met prioriteitgenietend aanbod of met vreemdelingen. In de praktijk wordt meer dan 90% van de aanvragen voor een tewerkstellingsvergunning gehonoreerd. Toepassing van de Wav maakt Nederland niet minder aantrekkelijk als vestigingsplaats voor ICT-bedrijven.

Ingaande op de vraag van de leden van de VVD-fractie of de Eerste Kamer de algemene maatregel van bestuur betreffende de arbeidsmogelijkheden van asielzoekers kan tegenhouden indien een meerderheid van de Eerste Kamer daar tegen is merk ik op, dat strikt formeel gezien die mogelijkheid niet bestaat. Dit laat echter onverlet dat gelet op de strekking van de gekozen voorhangprocedure materieel de (in een motie neergelegde) zienswijze van de Kamer uiteraard zeer zwaar zal wegen bij de besluitvorming om de voorgestelde algemene maatregel van bestuur al dan niet (in de voorgestelde vorm) voor advies aan de Raad van State voor te leggen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

W. A. F. G. Vermeend

Naar boven