nr. 251a
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 juni 2000
Momenteel ligt het voorstel tot wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen
(kamerstuk 27 022) ter behandeling in uw kamer.
Op 24 mei jl. is het voorstel plenair behandeld in de Tweede Kamer der
Staten-Generaal.
Daarbij kwamen ook de voorstellen tot verruiming van de arbeidsmogelijkheden
voor asielzoekers, nader vormgegeven in een concept van een algemene maatregel
van bestuur, aan de orde. Tijdens de plenaire behandeling van genoemd wetsvoorstel
is besloten dit punt apart te agenderen voor een Algemeen Overleg. Dit Algemeen
Overleg staat gepland voor woensdag 28 juni a.s. De inbreng van de fracties
op 24 mei jl. is voor mij aanleiding om voorstellen en alternatieven betreffende
de arbeidsmogelijkheden voor asielzoekers nog eens op hun merites te beoordelen.
Deze beoordeling zou, in overleg met het Kabinet, kunnen leiden tot een gewijzigd
concept van de algemene maatregel van bestuur. Ik heb daarom de Vaste Commissie
voor SZW van de Tweede Kamer verzocht om het komende Algemeen Overleg uit
te stellen.
De in de Tweede Kamer voorliggende algemene maatregel van bestuur bevat
naast bepalingen inzake de arbeidsmogelijkheden voor asielzoekers ook bepalingen
inzake gastdocenten, schepelingen, het installeren van soft-ware en prostitutiewerkzaamheden.
Deze algemene maatregel van bestuur zal worden gesplitst in een deel dat
betrekking heeft op de arbeidsmogelijkheden voor asielzoekers en een deel
dat betrekking heeft op de andere hiervoor genoemde onderwerpen.
Deze splitsing is noodzakelijk om het mogelijk te maken dat met de inwerkingtreding
op 1 oktober a.s. van de Wet opheffing algemeen bordeelverbod, het in de algemene
maatregel van bestuur opgenomen verbod op de afgifte van tewerkstellingsvergunningen
voor niet-EER prostitué(e)s blijft bestaan. Voor de algemene maatregel
van bestuur die dit onderwerp en de andere genoemde onderwerpen, met uitzondering
van arbeid voor asielzoekers, regelt, geldt geen voorhangprocedure.
De algemene maatregel van bestuur betreffende de arbeidsmogelijkheden
voor asielzoekers, zal ik na het zomerreces, conform de in het voorliggende
wetsvoorstel tot Wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen opgenomen voorhangprocedure,
aan beide kamers der Staten-Generaal voorleggen, zodat ook uw kamer een oordeel
kan geven over de kabinetsvoornemens met betrekking tot de arbeidsmogelijkheden
voor asielzoekers.
Ik verzoek u het voorstel tot wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen
op een zodanig tijdstip te behandelen, dat deze wet, zo uw kamer daarmee instemt,
gelijktijdig met de op die wet gebaseerde algemene maatregel van bestuur met
daarin het verbod op tewerkstellingsvergunningen voor prostituées van
buiten de EER op 1 oktober 2000 in werking kan treden.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. A. F. G. Vermeend