nr. 259
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de gemeenten
Sittard, Geleen en Born samen te voegen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Paragraaf 1. Opheffing en instelling van gemeenten
Artikel 1
Met ingang van de datum van herindeling worden de gemeenten Sittard, Geleen
en Born opgeheven.
Artikel 2
Met ingang van de datum van herindeling wordt de nieuwe gemeente Sittard-Geleen
ingesteld, zoals aangegeven op de bij deze wet behorende kaart.
Artikel 3
De nieuwe gemeente Sittard-Geleen bestaat uit het grondgebied van de op
te heffen gemeenten Sittard, Geleen en Born.
Paragraaf 2. Grenswijzigingen van gemeenten die niet
worden opgeheven.
Artikel 4
De grens van de gemeente Susteren wordt gewijzigd als aangegeven op de
bij deze wet behorende kaart.
Paragraaf 3. Overige bepalingen
Artikel 5
Voor de nieuwe gemeente Sittard-Geleen wordt de op te heffen gemeente
Sittard aangewezen voor de toepassing van artikel 36 van de Wet algemene regels
herindeling, in verband met de toepassing van de instructies en reglementen,
bedoeld in dat artikel.
Artikel 6
Voor de op te heffen gemeenten Sittard, Geleen en Born wordt de nieuwe
gemeente Sittard-Geleen aangewezen voor de toepassing van de volgende bepalingen
van de Wet algemene regels herindeling:
a. artikel 39, tweede lid, in verband met de heffing en invordering van
gemeentelijke belastingen;
b. artikel 41, derde lid, in verband met de deelneming aan gemeenschappelijke
regelingen;
c. de artikelen 44, eerste lid, en 45, tweede lid, in verband met de overgang
van rechten en verplichtingen;
d. artikel 48, tweede lid, in verband met de uitkeringen, bedoeld in dat
artikel;
e. artikel 59, eerste lid, in verband met de overgang van ambtenaren.
Artikel 7
1. Voor de nieuwe gemeente Sittard-Geleen die bij deze wet wordt ingesteld,
wordt een tussentijdse raadsverkiezing gehouden als bedoeld in artikel 52,
tweede lid, onderdeel a, van de Wet algemene regels herindeling.
2. Met de voorbereiding van de tussentijdse raadsverkiezing voor de nieuwe
gemeente Sittard-Geleen wordt de op te heffen gemeente Sittard belast.
3. Indien de datum van herindeling valt binnen twee jaar voor de datum
waarop reguliere verkiezingen voor de leden van de gemeenteraden ingevolge
de Kieswet moeten worden gehouden, dan vinden deze verkiezingen niet plaats
in de gemeente Sittard-Geleen die bij deze wet is ingesteld.
4. De zittingsperiode van de leden van de raad van de nieuwe gemeente
eindigt in de in het derde lid bedoelde situatie gelijk met de zittingsperiode
van de leden van de raden van de overige gemeenten die volgt op de eerste
verkiezingen voor de gemeenteraden na de datum van herindeling.
Artikel 8
Artikel 2 van de Wet op de rechterlijke indeling wordt met ingang van
de datum van herindeling als volgt gewijzigd:
1. In het gestelde onder «Kantongerecht Sittard» vervalt:
Born, Geleen,.
2. «Sittard» wordt gewijzigd in: Sittard-Geleen.
Artikel 9
De bijlage, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de Politiewet 1993
wordt met ingang van de datum van herindeling als volgt gewijzigd:
1. In het gestelde onder «Limburg-Zuid» vervalt: Born en Geleen.
2. «Sittard» wordt gewijzigd in: Sittard-Geleen.
Artikel 10
Gedeputeerde staten van Limburg kunnen bij de vaststelling van de grensbeschrijving,
bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Wet algemene regels herindeling,
kennelijke onjuistheden verbeteren in de grenzen zoals die zijn aangegeven
op de bij deze wet behorende kaart. Zij zenden de gecorrigeerde kaart zo spoedig
mogelijk naar Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Artikel 11
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,