nr. 200c
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
In het verslag van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge
Colleges van Staat van 10 april jl. vragen de leden, hoe speculatief ook,
een indicatie te geven van de aantallen potentiële ordeverstoorders die
het EK2000 zullen bezoeken.
Ik merk hierover het volgende op.
Voordat enig getalsmatig inzicht kan worden verschaft, moet onderscheid
worden gemaakt naar diverse groepen die in potentie een bedreiging kunnen
vormen voor de openbare orde. Het gaat dan om:
1. (buitenlandse) supporters, die qua achtergrond geen bedreiging vormen
voor de openbare orde, maar die onder invloed van bepaalde omstandigheden
(bijvoorbeeld incidenten waarbij zijzelf niet betrokken zijn, al dan niet
in combinatie met gebruik van drank en drugs) over kunnen gaan tot provocaties
of samenscholingen waarvan een dreiging voor de openbare orde uitgaat;
2. voetbalvandalen, die uit zijn op gewelddadig gedrag of andere activiteiten
die een bedreiging vormen voor de openbare orde;
3. (lokale) derden, die het evenement kunnen benutten als aanleiding om
vormen van ongewenst gedrag te vertonen.
Zonder geheel in te gaan op de feitelijke informatie en intelligence, die naarmate het toernooi naderbij komt aan accuratesse
wint, kan mede op basis van ervaringen het volgende worden gesteld.
Het potentiële aantal personen als bedoeld onder 1 wordt in belangrijke
mate bepaald door de omvang van de supportersgroep die naar Nederland zal
afreizen. Deze kent een grote bandbreedte. Ten aanzien van het merendeel van
de landen wordt het aantal bezoekers voornamelijk bepaald door het aantal
beschikbare tickets (5000–7000). Er zijn echter landen waarbij dit substantieel
hoger ligt, zoals Engeland en Duitsland. Ten aanzien van deze landen is de
verwachting gerechtvaardigd dat tussen de 20 000 en 30 000 supporters
naar Nederland zullen afreizen. Deze grote aantallen verhogen het potentiële
risico op het gebied van de openbare orde.
Ten aanzien van de Nederlandse en Belgische supporters ligt het in de
lijn der verwachting dat zij niet in dezelfde massaliteit naar de speelsteden
zullen afreizen als zij niet in het bezit zijn van een ticket. Gelet op de uitkomsten van de ticketverkoop aan het general
public, zullen per wedstrijd die in Nederland wordt gespeeld zo'n
10 000 tot 15 000 Nederlandse bezoekers kunnen worden geteld. Indien
het Nederlandse elftal speelt, zal dat aantal ruim 20 000 zijn.
Met betrekking tot buitenlandse voetbalvandalen (categorie 2) kan ten
aanzien van een beperkt aantal landen van een maximaal aantal van enige honderden
personen worden uitgegaan. De effectiviteit van de maatregelen van de thuislanden
van deze vandalen kan dat aantal aanzienlijk reduceren. Ten aanzien van Nederlandse
voetbalvandalen geldt dat zij zich niet of nauwelijks identificeren met het
Nederlandse elftal. Indien zij zich tijdens het toernooi zouden manifesteren
als ordeverstoorders, moeten zij worden gerekend tot de categorie als bedoeld
onder 3.
Over deze (lokale) derden zijn thans nog geen inschattingen te maken.
Gebaseerd op de huidige inzichten en ervaringen uit het verleden en met
gebruikmaking van een vroegtijdige interventiestrategie moet – afhankelijk
van de teams die tegen elkaar spelen – rekening worden gehouden met
enkele tientallen tot enkele honderdtallen ordeverstoorders.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K. G. de Vries