26 735
Wijziging van de Gemeentewet ter verbetering van de mogelijkheden tot bestrijding van grootschalige verstoringen van de openbare orde

nr. 200c
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 13 april 2000

In het verslag van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat van 10 april jl. vragen de leden, hoe speculatief ook, een indicatie te geven van de aantallen potentiële ordeverstoorders die het EK2000 zullen bezoeken.

Ik merk hierover het volgende op.

Voordat enig getalsmatig inzicht kan worden verschaft, moet onderscheid worden gemaakt naar diverse groepen die in potentie een bedreiging kunnen vormen voor de openbare orde. Het gaat dan om:

1. (buitenlandse) supporters, die qua achtergrond geen bedreiging vormen voor de openbare orde, maar die onder invloed van bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld incidenten waarbij zijzelf niet betrokken zijn, al dan niet in combinatie met gebruik van drank en drugs) over kunnen gaan tot provocaties of samenscholingen waarvan een dreiging voor de openbare orde uitgaat;

2. voetbalvandalen, die uit zijn op gewelddadig gedrag of andere activiteiten die een bedreiging vormen voor de openbare orde;

3. (lokale) derden, die het evenement kunnen benutten als aanleiding om vormen van ongewenst gedrag te vertonen.

Zonder geheel in te gaan op de feitelijke informatie en intelligence, die naarmate het toernooi naderbij komt aan accuratesse wint, kan mede op basis van ervaringen het volgende worden gesteld.

Het potentiële aantal personen als bedoeld onder 1 wordt in belangrijke mate bepaald door de omvang van de supportersgroep die naar Nederland zal afreizen. Deze kent een grote bandbreedte. Ten aanzien van het merendeel van de landen wordt het aantal bezoekers voornamelijk bepaald door het aantal beschikbare tickets (5000–7000). Er zijn echter landen waarbij dit substantieel hoger ligt, zoals Engeland en Duitsland. Ten aanzien van deze landen is de verwachting gerechtvaardigd dat tussen de 20 000 en 30 000 supporters naar Nederland zullen afreizen. Deze grote aantallen verhogen het potentiële risico op het gebied van de openbare orde.

Ten aanzien van de Nederlandse en Belgische supporters ligt het in de lijn der verwachting dat zij niet in dezelfde massaliteit naar de speelsteden zullen afreizen als zij niet in het bezit zijn van een ticket. Gelet op de uitkomsten van de ticketverkoop aan het general public, zullen per wedstrijd die in Nederland wordt gespeeld zo'n 10 000 tot 15 000 Nederlandse bezoekers kunnen worden geteld. Indien het Nederlandse elftal speelt, zal dat aantal ruim 20 000 zijn.

Met betrekking tot buitenlandse voetbalvandalen (categorie 2) kan ten aanzien van een beperkt aantal landen van een maximaal aantal van enige honderden personen worden uitgegaan. De effectiviteit van de maatregelen van de thuislanden van deze vandalen kan dat aantal aanzienlijk reduceren. Ten aanzien van Nederlandse voetbalvandalen geldt dat zij zich niet of nauwelijks identificeren met het Nederlandse elftal. Indien zij zich tijdens het toernooi zouden manifesteren als ordeverstoorders, moeten zij worden gerekend tot de categorie als bedoeld onder 3.

Over deze (lokale) derden zijn thans nog geen inschattingen te maken.

Gebaseerd op de huidige inzichten en ervaringen uit het verleden en met gebruikmaking van een vroegtijdige interventiestrategie moet – afhankelijk van de teams die tegen elkaar spelen – rekening worden gehouden met enkele tientallen tot enkele honderdtallen ordeverstoorders.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

Naar boven