nr. 237
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR WETENSCHAPSBELEID EN
HOGER ONDERWIJS1
Het voorbereidend onderzoek gaf de leden van de commissie aanleiding tot
het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.
De commissie betreurde het dat het onderhavige wetsvoorstel niet kan worden
beoordeeld in samenhang met het wetsvoorstel dat de zij-instroom van leraren
in het primair en voortgezet onderwijs regelt (Kamerstukken II, 27 015),
dat nog in behandeling is in de Tweede Kamer, en het nog in te dienen voorstel
voor een Wet op het leraarschap. De commissie had het op prijs gesteld een
diepergaand debat over het leraarschap te kunnen voeren dan waar het onderhavige
wetsvoorstel aanleiding toe geeft. De leden van de fracties van RPF/GPV en
SGP wilden over dit wetsvoorstel nog wel een aantal vragen aan de minister
voorleggen. Na ontvangst van de antwoorden op deze vragen zal de commissie
beoordelen of zij zal voorstellen het onderhavige wetsvoorstel direct af te
handelen of daarmee te wachten tot één of beide eerdergenoemde
wetsvoorstellen de Kamer heeft bereikt.
De leden van de fracties van RPF/GPV en SGPconstateerden dat in het wetsvoorstel een flexibele
opleiding voor eerstegraads leraren mogelijk maakt. De vraag is evenwel of
de vier verschillende wegen om tot hetzelfde resultaat te komen, niet leidt
a) tot onoverzichtelijkheid voor de aankomende studenten en b) tot verschillende
kwaliteiten van het hoognodige beroep van leraar?
Graag zouden deze leden een overzicht hebben van de verschillen in financiering
van de verschillende opleidingsmogelijkheden en vervolgens per opleiding de
kosten per student.
Welke onderlinge afstemming of vorm van samenwerking of samenhang is er
tussen de verschillende opleidingsmogelijkheden?
Hoe is binnen het wetsvoorstel een hoog kwaliteitsniveau van de eerstegraads
leraar en een hoog maatschappelijk aanzien te garanderen of te bevorderen?
Vanwege de noodzakelijkheid van een eenduidige beroepsopleiding waren
de leden hier aan het woord geïnteresseerd in de toekomstplannen van
het kabinet inzake de opleiding van eerstegraads leraren.
De voorzitter van de commissie,
Ginjaar
De griffier van de commissie,
Hordijk
XNoot
1Samenstelling: Ginjaar (VVD) (voorzitter), Schuurman (RPF/GPV), Holdijk (SGP), Schuyer (D66), Schoondergang-Horikx
(GL) (plv.voorzitter), Lycklama à Nijeholt
(PvdA), Bierman (OSF), Dees (VVD), Wolfson (PvdA), Woldring (CDA), Dupuis
(VVD), De Jong (CDA), Van den Hul-Omta (CDA), Van Vugt (SP).