26 528
Wijziging van de grens tussen de gemeenten Deventer en Gorssel, tevens provinciegrens tussen Overijssel en Gelderland

nr. 82c
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 januari 2000

Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel tot wijziging van de grens tussen de gemeenten Deventer en Gorssel, tevens provinciegrens tussen Overijssel en Gelderland (kamerstukken 26 528) op 14 december jl. zijn vragen gesteld met betrekking tot de bestuurlijke positie van de gemeente Bathmen. Ik heb toegezegd daarop schriftelijk te zullen antwoorden.

De positie van de gemeente Bathmen heeft indertijd zowel in de Tweede Kamer als in uw Kamer veel aandacht gekregen bij de behandeling van het wetsvoorstel Gemeentelijke herindeling van de gemeenten Deventer, Diepenveen en Bathmen (kamerstukken I 1997/1998, 25 653, nr. 273). Dit wetsvoorstel voorzag oorspronkelijk in een integrale samenvoeging van deze drie gemeenten. Tijdens de behandeling in de Tweede Kamer is middels een amendement de gemeente Bathmen zelfstandig gelaten en is een gedeelte van de gemeente Bathmen bij Deventer gevoegd (Oxerveld). De Tweede Kamer heeft tevens in een motie uitgesproken dat de gemeente Bathmen niet als zelfstandige gemeente kan blijven bestaan en moet worden betrokken bij een volgend herindelingsvoorstel in Overijssels verband. Tijdens de behandeling in de Eerste Kamer heeft de toenmalige staatssecretaris, mevrouw Van de Vondervoort, in de nadere memorie van antwoord naar aanleiding van de inbreng vanuit de Kamer opgemerkt dat zij bereid was te bevorderen dat het oostelijk deel van de voormalige gemeente Diepenveen (Lettele en Okkenbroek) en de gemeente Bathmen worden opgenomen in één of meer landelijke gemeenten. Daarbij is de kanttekening geplaatst dat andere betrokkenen nog hun inbreng hebben bij de voorbereiding van wetgeving. Ook tijdens de mondelinge behandeling heeft de staatssecretaris gesteld, dat zij op geen enkele wijze iets wilde afdoen aan andere betrokkenen of andere belangen in dezen. Consequentie van het voorgaande is, dat voor wijziging van de bestuurlijke indeling van de gemeente Bathmen een nieuwe arhi-procedure nodig is. Op de uitkomst van de te starten arhi-procedure kan ik vanzelfsprekend niet vooruitlopen zo lang andere betrokkenen hun inbreng nog niet hebben kunnen leveren. Ik heb het verzoek deze procedure te starten gedaan aan gedeputeerde staten van Overijssel, die zich daartoe bereid hebben verklaard, nadat het wetsvoorstel herindeling Twente is aanvaard. Ook is dit college op de hoogte van de wens van uw Kamer met betrekking tot Diepenveen-oost. Ik meen dat daarmee op dit moment voldoende recht is gedaan aan de in het verleden gedane uitspraken.

Tenslotte deel ik naar aanleiding van opmerkingen met betrekking tot de bufferzone tijdens voornoemd debat nog mede dat de Wet arhi de betrokken gemeenten en provincies formeel de mogelijkheid biedt de bufferzone weer bij de gemeente Gorssel in te delen. De Tweede Kamer heeft echter een amendement, dat hiertoe strekte, verworpen. Het lijkt mij niet aannemelijk dat betrokkenen de bufferzone alsnog naar de gemeente Gorssel zouden laten overgaan en daarmee een uitdrukkelijke beslissing van de formele wetgever naast zich neer zouden leggen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Peper

Naar boven