26 423
Voorstel van wet van de leden Van der Hoeven en Luchtenveld tot wijziging van de Gemeentewet (vrijstelling OZB voor substraatteelt)

nr. 5
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT2

Vastgesteld 21 september 1999

Het voorbereidend onderzoek gaf de leden van de fractie vanGroenLinks aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

Hebben de indieners van het initiatiefvoorstel sinds de behandeling in de Tweede Kamer een voortschrijdend inzicht in het antwoord op de vraag hoe de nadelige financiële gevolgen van deze wet, nl. de inperking van het gemeentelijk belastinggebied met maximaal f 30 miljoen en een nadelig herverdeeleffect in de algemene uitkering uit het gemeentefonds van f 17,5 miljoen, opgevangen kunnen, c.q. gaan worden?

Wat is het oordeel van de indieners van het initiatiefvoorstel over het argument dat de motieven die destijds speelden om de vrijstelling te geven voor de teelt in cultuurgrond (te hoge lasten gezien andere heffingen en toen geldende EG-regelingen) thans niet meer gelden en dus een uitbreiding van vrijstelling naar substraattelers, materieel gezien, oneigenlijk zou zijn met als consequentie dat rechtsgelijkheid beter gediend zou zijn met afschaffing van de vrijstelling?

Vertrouwende, dat deze vragen tijdig zullen worden beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over het onderhavige wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Witteveen

De griffier van de commissie,

Hordijk


XNoot
1

Het eerder verschenen stuk inzake dit wetsvoorstel is gedrukt onder EK nr. 286, vergaderjaar 1998–1999.

XNoot
2

Samenstelling: Holdijk (SGP), Rensema (VVD), Bierman (OSF), Wiegel (VVD) (plv. voorzitter), Luijten (VVD), Ruers (SP), Terlouw (D66), Pastoor (CDA), Van Schijndel (GL), Bemelmans-Videc (CDA), Dölle (CDA), Tan (PvdA), Witteveen (PvdA) (voorzitter).

Naar boven