25 408
Voorstel van wet van het lid Oudkerk houdende wijziging van de Wet op de geneesmiddelenvoorziening

nr. 51b
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 maart 2000

Bij de aanvaarding op 23 november 1999 van het initiatiefwetsvoorstel van de heer Oudkerk, (Kamerstukken I, 25 408), werd door de Eerste Kamer als voorwaarde voor inwerkingtreding van de wet gesteld, dat een invoeringsoverleg met betrokken partijen gevoerd moest worden.

Op 27 januari jl. heeft dit overleg plaatsgevonden. Dit overleg verliep in constructieve sfeer. Een afschrift van het verslag van dit overleg treft u hierbij aan.1

Tevens treft u ter kennisneming het koninklijk besluit aan dat voorziet in inwerkingtreding van de wet per 1 april 2000.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers


XNoot
1

De bijlagen zijn vertrouwelijk ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt onder griffienr. 124017.7.

Naar boven