nr. 106b
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Ontvangen 14 december 1998
De leden van de CDA-fractie hebben een aantal opmerkingen gemaakt en vragen
gesteld met betrekking tot artikel 3 en artikel 19 van het wetsvoorstel. Deze
leden hebben tevens gevraagd op welke wijze de overgang van de heffing en
de invordering in guldens op euro's is geregeld voor andere belastingen en
heffingen dan rijksbelastingen.
Met de leden van de CDA-fractie ben ik van mening dat het bij de overgang
van de gulden op de euro van cruciaal belang is te weten welke regels met
betrekking tot de heffing en de invordering van rijksbelastingen gedurende
en na de overgangsperiode (1 januari 1999 tot en met 31 december 2001) zullen
gelden. In het wetsvoorstel wordt duidelijkheid gegeven over zowel het regime
tijdens de overgangsperiode als het regime na de overgangsperiode. Tijdens
de overgangsperiode vinden de heffing en de invordering van rijksbelastingen
in beginsel nog plaats in guldens (artikel 2). Bij ministeriële regeling
wordt bepaald voor welke rijksbelastingen met betrekking tot de overgangsperiode
de heffing en de invordering reeds geheel of gedeeltelijk kunnen plaatsvinden
in euro's (artikel 3). De ministeriële regeling zal, zulks naar aanleiding
van de vraag van deze leden, voor het einde van dit jaar worden gepubliceerd.
In de regeling zal worden bepaald, zoals in de memorie van toelichting (blz.
2 en 6) beschreven, dat met ingang van 1 januari 1999 voor alle rijksbelastingen
aangifte kan worden gedaan in euro's. Daarop bestaan twee uitzonderingen.
Zoals in de memorie van toelichting (blz. 2 en 6) ook is aangegeven, kan voor
de vermogensbelasting voor het eerst aangifte worden gedaan in euro's ter
zake van het kalenderjaar 2000. Daarnaast kan de betaling op aangifte voor
het eurovignet tijdens de overgangsperiode alleen in guldens plaatsvinden
indien die betaling op aangifte geschiedt met gebruikmaking van de daarvoor
bestemde betalingsapparatuur (artikel 11, derde lid, van de Wet belasting
zware motorrijtuigen). Indien aangifte is gedaan in euro's, vindt de heffing
die volgt op de aangifte ook in euro's plaats. De invordering vindt vervolgens
slechts gedeeltelijk plaats in euro's. De invordering in eerste aanleg vindt
plaats in euro's. De dwanginvordering (met uitzondering van de aanmaning),
de verrekening van te betalen bedragen met terug te geven bedragen en het
in rekening brengen en vergoeden van invorderingsrente vinden in alle gevallen
plaats in guldens. De geautomatiseerde systemen van de belastingdienst
voor de invordering zijn niet berekend op een aanpassing die het mogelijk
zou maken op deze terreinen zowel in guldens als in euro's te werken. Dat
ik, zoals deze leden opmerken, vooralsnog de handen vrijhoud ten detrimente
van de rechtszekerheid is, gelet op het bovenstaande, dan ook niet het geval.
Een duidelijke en soepele invoering van de euro brengt evenwel de noodzaak
mee om tijdens de overgangsperiode op adequate wijze alert te kunnen inspelen
op onvoorziene omstandigheden die opkomen bij de uitvoering. De delegatiebepaling
in artikel 19, eerste lid, maakt dit mogelijk. De overgang van de heffing
en de invordering in guldens op euro's betreft een ingewikkelde operatie waarbij
niet aanstonds vanaf de inwerkingtreding van de wettelijke regeling duidelijk
is of die voorziet in een oplossing voor alle opkomende vragen en problemen.
Ik onderschrijf niet, gelet op het bovenstaande, de suggestie van deze leden
dat ik door middel van dit artikel interne risico's afwentel op de belastingplichtigen.
Daarbij merk ik op dat het onderhavige wetsvoorstel primair strekt tot het
bieden van de mogelijkheid aan de belastingplichtigen aangifte te doen in
euro's.
Het onderhavige wetsvoorstel voorziet in de regeling van de overgang van
de heffing en de invordering in guldens op euro's van de belastingen, premies
en andere heffingen die worden geheven en ingevorderd door de rijksbelastingdienst.
Een soortgelijke regeling voor andere belastingen en heffingen zoals de gemeentelijke
belastingen – wordt op dit moment niet overwogen. Dit betekent dat de
heffing en de invordering van de laatstgenoemde belastingen en heffingen vooralsnog
in guldens plaatsvindt.
De Staatssecretaris van Financiën,
W. A. F. G. Vermeend