nr. 53
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de invoering
van rechtswege van de rechtstreekse beroepsmogelijkheid tegen algemeen verbindende
voorschriften en beleidsregels bij de bestuursrechter uit te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
In artikel IVA van onderdeel 6 van de Wet van 16 december 1993 tot wijziging
van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Algemene wet bestuursrecht,
de Wet op de Raad van State, de Beroepswet, de Ambtenarenwet 1929 en andere
wetten, alsmede intrekking van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen
(Stb. 650) wordt «Vijf jaren na inwerkingtreding van deze wet»
vervangen door: Met ingang van een bij wet te bepalen tijdstip.
ARTIKEL II
In artikel XII, tweede lid, van de wet van 19 december 1996 tot wijziging
van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs
en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs
met betrekking tot de financiële gelijkstelling en enige technische aanpassingen
(Stb. 1996, 649) wordt «1 januari 1999» vervangen door: een bij
wet te bepalen tijdstip.
ARTIKEL III
De derde volzin van artikel 19 van de Wet geneesmiddelenprijzen vervalt.
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,